Gebruiksvoorwaarden sportlocaties en ruimten buurtcentra

U kunt van de gemeente een sport- of gymzaal, een sportveld, atletiekbaan of sporthal huren. Of een ruimte in een buurtcentrum of het zwembad. Om het voor iedereen plezierig te houden, zijn er wel voorwaarden waar u zich aan moet houden. Het is belangrijk dat we duidelijke afspraken maken. Op deze pagina vindt u alle voorwaarden.

Hebt u vragen of opmerkingen over de voorwaarden?

Soms staan er ingewikkelde zinnen in ‘juridische taal’ in de gebruiksvoorwaarden. Is de informatie niet helemaal duidelijk of hebt u vragen? Neem dan contact op het met het Vastgoedloket via telefoonnummer 14 030.

De belangrijkste punten

U kunt ook een samenvatting van de belangrijkste punten uit de algemene voorwaarden bekijken.

Bekijk de samenvatting

Algemene voorwaarden verhuur sportlocaties en ruimten buurtcentra (vanaf 1 augustus 2024)

De gemeente Utrecht bouwt, beheert, verhuurt en geeft maatschappelijk vastgoed in gebruik. Bij maatschappelijk vastgoed gaat het om accommodaties met een maatschappelijke functie, zoals sport en welzijn. De gemeente heeft hiervoor doelen in haar beleid staan. Een belangrijk deel van het maatschappelijk vastgoed geeft de gemeente daarom in deeltijdgebruik aan verschillende personen, verenigingen en organisaties.

Voor het in deeltijdgebruik geven van het maatschappelijk vastgoed heeft de gemeente deze algemene gebruiksvoorwaarden geschreven. Bij het in deeltijdgebruik geven zet de gemeente in op het verlenen van een 'gebruiksrecht' in plaats van de verhuur van 'onroerend goed'. Zo krijgt de gemeente meer ruimte voor flexibiliteit. Het gebruiksrecht is gekoppeld aan de activiteiten die de gebruiker wil doen. Het is niet gekoppeld aan het type accommodatie of de plek van de accommodatie waar deze activiteiten plaatsvinden. Dit geldt niet voor verenigingen met eigen verenigingsruimten. Dan is het gebruiksrecht gekoppeld aan de plek van de verenigingsruimte.

Deze algemene voorwaarden gelden voor alle gebruiksovereenkomsten die de gemeente sluit voor het verlenen van gebruiksrechten. Deze gebruiksovereenkomsten kunnen op verschillende manieren ontstaan:

  1. door het vastleggen van 1 of meer boekingen in het digitale reserveringssysteem van de gemeente;
  2. door het vastleggen van afspraken in een schriftelijk contract. Hierin kunnen ook extra afspraken of maatwerkafspraken komen te staan.

A. Bepalingen die gelden voor alle typen gebruiksrechten

  1. Aanvraag: Een verzoek van een gebruiker aan de gemeente voor het krijgen van een gebruiksrecht. Dit kan via telefoon of e-mail.
  2. Accommodatie: Een gymzaal, sportzaal, turnzaal, sporthal, sportpark, sportveld, atletiekbaan, speeltuin, welzijnsaccommodatie zoals een buurtcentrum, zwembad, multifunctionele accommodatie en/of andere onroerende zaak, (of gedeelte daarvan), dat de gemeente beheert en openstelt voor verschillende gebruikers.
  3. Algemene voorwaarden: Deze algemene gebruiksvoorwaarden.
  4. Annulering: Het annuleren van een of meer boekingen door de gemeente of de gebruiker. Bij een annulering vervalt de boeking en het gebruiksrecht dat daarbij hoort.
  5. Beheerder: Iemand die namens de gemeente 1 of meer accommodaties beheert en toezicht houdt op hoe de gebruiker en/of derden de accommodatie gebruiken. De gemeente kan een persoon of een groep personen aanwijzen als beheerder. Een beheerder kan in dienst zijn van de gemeente, maar dit hoeft niet.
  6. Boeking: Een boeking ontstaat in de volgende gevallen:Hieronder valt ook een bevestiging in het online reserveringssysteem. De boeking ligt dan vast en geldt voor zowel de gemeente als de gebruiker. Elke boeking gaat over één gebruiksrecht.
    De duur van het gebruiksrecht, staat in een boeking en gaat altijd over één bepaald moment (van – tot) of voor één seizoen. Als de datum en het tijdslot van de boeking voorbij is, dan stopt het gebruiksrecht automatisch. De gemeente en gebruiker hoeven hier niets voor te doen.
    1. Als de gemeente de aanvraag van de gebruiker accepteert;
    2. Als de gemeente een ander aanbod voorstelt en de gebruiker het voorstel bevestigt.
  7. Derden: Natuurlijke of rechtspersonen. Hierbij gaat het niet om gemeente, de gebruiker of de deelnemers van gebruiker.
  8. Gebruiker: De natuurlijke of rechtspersoon met wie de gemeente een overeenkomst heeft gesloten of wil gaan sluiten over het gebruik van een accommodatie. Als in dit document ‘u’ staat bedoelen we daarmee de gebruiker.
  9. Gebruiksmoment: Elke periode (tijdstip ‘van– tot’) waarvoor gebruiker een gebruiksrecht heeft of wenst. Bij het gebruiksmoment hoort ook de tijd die nodig is voor op- en afbouw en het weer opleveren van de accommodatie in de originele staat. Als er een uitzondering is dan maken we daar aparte afspraken over.
  10. Gebruiksovereenkomst: Een document met daarin alle gebruiksrechten van gebruiker voor de gemaakte boekingen. Deze gebruiksovereenkomst kan op verschillende manieren tot stand komen: 
    1. door het vastleggen van een of meer boekingen in het online reserveringssysteem van de gemeente; of
    2. door het maken van (extra of maatwerk) afspraken die in een schriftelijke (raam)overeenkomst komen te staan.
      In de gebruiksovereenkomst staan de rechten en verplichtingen die ontstaan uit de gebruiksrechten van gebruiker. Beëindiging of annulering van een boeking, heeft geen (direct) gevolg voor de gebruiksovereenkomst. Na het gebruikmaken, het beëindigen of annuleren van de laatste boeking geeft de gebruiksovereenkomst geen rechten meer voor gebruiker. De gebruiksovereenkomst stopt automatisch. De gemeente en de gebruiker hoeven hier niets voor te doen. Dit geldt niet als er in deze algemene voorwaarden andere afspraken staan.
  11. Gebruiksrecht: Het recht om een accommodatie van de gemeente Utrecht te gebruiken op een bepaald moment (van – tot), of voor een heel seizoen. Hieronder vallen ook eventuele diensten, leveringen, voorzieningen en/of faciliteiten die de gemeente verzorgt of laat verzorgen. Het ligt aan de boeking of aan deze algemene voorwaarden of er bijkomende diensten, leveringen, voorzieningen en/of faciliteiten door of namens de gemeente zijn.
  12. Gebruiksvergoeding: Een bedrag dat de gebruiker aan de gemeente moet betalen voor het gebruiksrecht. Het kan zijn dat een gebruiker een waarborgsom moet betalen. Die hoort dan bij de gebruiksvergoeding.
  13. Gemeente: De publiekrechtelijke rechtspersoon de gemeente Utrecht. Dit zijn medewerkers van de gemeente Utrecht die de gemeente heeft aangewezen om de gemeente te vertegenwoordigen. Zij hebben de goedkeuring gekregen om namens de gemeente op te treden. Ofwel: deze medewerkers hebben de volmacht of het mandaat gekregen. Als in dit document 'wij' of 'we' staat bedoelen we daarmee de gemeente.
  14. Huisregels: De (gedrags)regels die de gemeente heeft opgesteld voor een accommodatie. Deze regels gelden voor alle bezoekers van de accommodatie.
  15. Partijen: Gebruiker en de gemeente samen.
  16. Reservering: We spreken van een reservering als een gebruiker een gebruiksmoment voor een accommodatie aanvraagt en de gemeente het gewenste gebruiksmoment in de gewenste accommodatie beschikbaar houdt. Andere gebruikers kunnen tijdens de reservering dit moment in die locatie niet boeken. Een reservering geldt voor één gebruiksmoment of voor een heel seizoen. Dit kan ook via het online reserveersysteem van de gemeente.
  17. Schriftelijk: Onder schriftelijk valt ook via e-mail. In sommige gevallen geldt e-mail niet als schriftelijk. Dan geven we dat ook duidelijk aan.
  18. Seizoen: Een door de gemeente aangegeven deel (of periode) van het jaar waarin bepaalde (sport)activiteiten kunnen plaatsvinden. Het seizoen kan per (sport)activiteit verschillen. Het gebruiksrecht geldt alleen binnen het seizoen dat in de gebruiksovereenkomst staat.
  19. Seizoengebruiker: De natuurlijke of rechtspersoon met wie de gemeente een overeenkomst heeft of van plan is om een overeenkomst mee te sluiten voor het gebruik van een accommodatie tijdens een heel seizoen. In artikel 17 staat precies wat we hiermee bedoelen. 
  20. Sleutelpand: Een accommodatie waar tijdens openingstijden niet altijd een beheerder aanwezig is. Om de accommodatie binnen te komen krijgt de gebruiker vooraf een toegangscode of een sleutel. De buitensportlocaties zijn hierop een uitzondering.
  21. SU: Sport Utrecht, Herculesplein 209 te Utrecht. Ingeschreven in het Handelsregister onder nummer 40480873.
  22. ZVC: Zaalverdeelcommissie. Deze commissie bestaat uit vertegenwoordigers van de 6 grotere zaalsporten (volleybal, basketbal, zaalvoetbal, badminton, korfbal en handbal) en een vertegenwoordiger voor de overige sporten.
  1. Deze algemene voorwaarden gelden voor alle gebruiksovereenkomsten die de gemeente sluit met partijen. Het sluiten van een gebruiksovereenkomst door de gemeente is een privaatrechtelijke bevoegdheid van de gemeente. Het privaatrecht is het geheel van regels over de relatie tussen burgers, tussen bedrijven of tussen burgers en bedrijven. Deze algemene voorwaarden gaan niet over de relatie van de overheid tot de burger (het publiekrecht). De publiekrechtelijke bevoegdheden van de bestuursorganen van de gemeente veranderen hierdoor niet. 
  2. Als een voorwaarde uit deze algemene voorwaarden en/of de gebruiksovereenkomst niet meer geldt blijven de overige voorwaarden uit deze algemene voorwaarden en/of gebruiksovereenkomst wel gelden.
  3. De gemeente mag deze algemene voorwaarden per 1 augustus van elk kalenderjaar helemaal of voor een deel aanpassen om deze aan te laten sluiten op het geldende beleid. Als de gemeente de algemene voorwaarden aanpast gelden deze voor beide partijen. Wij stemmen de inhoud van de aangepaste Algemene Voorwaarden af met SU. Daarna nemen we er een besluit over. De gemeente maakt de aangepaste algemene voorwaarden schriftelijk aan de seizoengebruiker en via de website aan de gebruiker bekend. Dit doen we uiterlijk 3 maanden voordat de nieuwe voorwaarden gelden. Als de gebruiker niet akkoord wil of kan gaan met de aangepaste algemene voorwaarden mag de gebruiker de gebruiksovereenkomst direct schriftelijk opzeggen.
  4. In gevallen waarover niets in deze algemene voorwaarden en/of de gebruiksovereenkomst staat, beslist de gemeente.
  5. Als er huisregels voor een accommodatie gelden dan horen de huisregels bij deze algemene voorwaarden.
  6. Het kan zijn dat onderdelen van de gebruiksovereenkomst en/of de eventueel daarbij behorende bijlage(n) in strijd zijn met de algemene voorwaarden en/of eventuele aanvullende voorwaarden en/of eventuele huisregels. In dat geval gebruiken we de volgende volgorde om te bepalen welk document dan geldt:
    1. de gebruiksovereenkomst;
    2. de eventuele bijlagen die bij de gebruiksovereenkomst horen;
    3. eventuele extra voorwaarden;
    4. deel B van deze algemene voorwaarden;
    5. deel A van deze algemene voorwaarden;
    6. eventuele huisregels.
    Bijvoorbeeld: staat er iets anders in de extra voorwaarden dan in de gebruiksovereenkomst? Dan geldt wat er in de gebruiksovereenkomst staat.
  7. Op de gebruiksovereenkomst gelden voor de privaatrechtelijke regelgeving de algemene bepalingen van het huurrecht, als de inhoud van die bepalingen of de aard van het verleende gebruiksrecht daarmee niet in strijd is. Deze algemene bepalingen staan in het Burgerlijk Wetboek in boek 7, titel 4, afdeling 1-4.
  1. De gebruiker kan bij de gemeente 1 of meer gebruiksrechten aanvragen. In de aanvraag zet de gebruiker in ieder geval:
    • naam en adresgegevens (van de gebruiker);
    • de gewenste gebruiksmomenten;
    • de gewenste accommodatie;
    • een omschrijving van de activiteiten;
    • welke diensten, leveringen, voorzieningen en/of faciliteiten (door of namens gemeente verzorgd) de gebruiker graag ook wil gebruiken. 
  2. De gemeente behandelt de aanvragen in de volgende volgorde: De gemeente mag aanvragen ook niet in behandeling nemen. Dit geldt zowel voor aanvragen voor een heel seizoen als voor aanvragen voor 1 keer gebruik of een paar keer gebruiken van een accommodatie. We moeten dan wel schriftelijk uitleggen waarom we een aanvraag niet in behandeling nemen.
    1. Eerst maken we de indeling voor seizoengebruik. Aanvragen voor een heel seizoen krijgen daarom voorrang. Bij het maken van de indeling houden we ons aan de afspraken die in de algemene voorwaarden staan.
    2. Daarna behandelen we de aanvragen voor 1 keer of een paar keer gebruiken van accommodaties. Dat doen we op volgorde van binnenkomst van de aanvragen.
  3. Als een nieuwe seizoengebruiker zich meldt bij de gemeente onderzoeken we of er plek is bij de gewenste accommodatie. Als dit niet het geval is onderzoeken we of de nieuwe gebruiker aan kan sluiten bij een al bestaande vereniging. Als dit niet kan kijken we samen naar andere mogelijkheden.
  4. Als de aanvraag haalbaar is en de gemeente gaat schriftelijk akkoord dan volgen 1 of meer boekingen.
  5. Als de aanvraag niet haalbaar is doen wij ons best om u een ander voorstel aan te bieden. Als u schriftelijk en op tijd akkoord gaat met het voorstel volgen 1 of meer boekingen.
  6. De gemeente vermeldt bij elke boeking in elk geval de volgende belangrijke punten van het gebruiksrecht: 
    1. de activiteit die u in de aanvraag hebt aangegeven;
    2. de accommodatie;
    3. de gebruiksmoment(en);
    4. de eventuele diensten, leveringen, voorzieningen en/of faciliteiten die bij de gebruiksmomenten horen;
    5. hoeveel u moet betalen (gebruiksvergoeding en eventueel waarborgsom);
    6. hoe en wanneer u moet betalen;
    7. dat deze algemene voorwaarden gelden voor het gebruiksrecht en als er extra voorwaarden zijn dat die ook gelden voor het gebruiksrecht.
  7. Als de gemeente dit schriftelijk aangeeft, kan de gemeente voor de gebruiker een reservering voor de gewenste accommodatie en het gewenste gebruiksmoment maken. Dit kan nadat de gebruiker een gebruiksmoment heeft aangevraagd en voordat de gebruiker een boeking maakt.
  1. De gebruiksovereenkomst stopt automatisch. Opzeggen is niet nodig. De gebruiksovereenkomst stopt na het einde van het laatste gebruiksmoment of na het annuleren van de laatste boeking. Dit geldt niet als er in de gebruiksovereenkomst andere afspraken staan.
  2. De gemeente mag de gebruiksovereenkomst direct helemaal of voor een deel schriftelijk opzeggen zonder dat de gemeente aan de gebruiker eerst schriftelijk een bericht hoeft te sturen dat de gebruiker zijn afspraken niet nakomt (ingebrekestelling) of dat er een rechter nodig is. Dit mag in de volgende gevallen:
    1. als in een gerechtelijke procedure is bewezen is dat de gebruiker een gift of een belofte heeft gedaan aan een van de medewerkers van de gemeente. Of aan andere bedrijven of organisaties die voor de gemeente werken. En deze gebruiker heeft met die gift of belofte geprobeerd de ander rechtshandelingen te laten doen of juist niet te laten doen. Met gebruiker bedoelen we hier niet een individueel lid van een vereniging; 
    2. als de gebruiker is veroordeeld voor een misdrijf en niet binnen de periode van 3 maanden na veroordeling uit de functie is gezet. Hetzelfde geldt voor een of meer van haar bestuurders;
    3. als de gebruiker keer op keer in strijd handelt met de gebruiksovereenkomst. Of als een gebruiker zich op een andere manier niet houdt aan de vastgelegde afspraken. Bijvoorbeeld het keer op keer negeren van aanwijzingen en mededelingen van de beheerder;
    4. als de gebruiker uitstel van betaling krijgt (surseance van betaling) of de gebruiker failliet wordt verklaard;
    5. als tegen de gebruiker op grond van de Wet Bibob en het gemeentelijke Bibob-beleid een Bibob-onderzoek is gestart en uit het Bibob-onderzoek blijkt dat:
      • er sprake is van tenminste een mindere mate van gevaar dat deze gebruiksovereenkomst ook zal worden gebruikt om uit gepleegde strafbare feiten verkregen of te verkrijgen, op geld waardeerbare voordelen te benutten:
      • er sprake is van tenminste een mindere mate van gevaar dat in of met de onroerende zaak waar deze gebruiksovereenkomst betrekking op heeft (mede) strafbare feiten zullen worden gepleegd;
      • er sprake is van feiten en omstandigheden die erop wijzen of redelijkerwijs doen vermoeden dat de gebruiker in relatie staat tot strafbare feiten (los van de mate van gevaar);
      • er sprake is van feiten en omstandigheden die erop wijzen of redelijkerwijs doen vermoeden dat er een strafbaar feit is gepleegd om het gebruiksrecht te krijgen; 
      • de gebruiker niet de gevraagde gegevens en documenten heeft gegeven en/of de vragen niet op tijd, volledig en naar waarheid heeft beantwoord die door het Landelijk Bureau Bibob op grond van artikel 12 lid 3 Wet Bibob zijn gesteld;
    6. als de gemeente borg staat voor een lening van gebruiker en deze borg wordt ingeroepen; Dit kan ook als de gemeente samen met de Stichting Waarborgfonds Sport borg staat.
    7. als de gebruiker als lid wordt geschorst of geroyeerd door de (sport)bond. Het maakt niet uit wat de reden voor schorsing of royement is. Het maakt ook niet uit dat de schorsing kan worden opgeheven of dat de gebruiker nog bezwaar of beroep kan instellen tegen het royement. 
    8. als meer dan 50% van de zeggenschap in de gebruiker wordt overgedragen zonder dat de gemeente daar eerst schriftelijk toestemming voor heeft gegeven. Hierbij vindt een wijziging van het bestuur van vereniging of organisatie plaats met als gevolg dat meer dan 50% van de zeggenschap binnen het bestuur van de vereniging of organisatie is overgedragen aan een ander natuurlijk persoon of rechtspersoon dan de huidige bestuurders;
    9. als de gebruiker zichzelf opheft. Of als alle bestuurders van vereniging of organisatie zijn uitgeschreven bij het handelsregister van de Kamer van Koophandel.
  3. De gemeente mag de gebruiksovereenkomst helemaal of voor een deel direct opzeggen als de gebruiker afspraken niet nakomt. De gemeente moet de gebruiker hierover eerst schriftelijk een bericht sturen (ingebrekestelling). Dit kan in de volgende gevallen: 
    1. de gebruiker heeft langer dan 4 weken (een gedeelte van) de gebruiksvergoeding van de onderliggende of een andere gebruiksovereenkomst niet betaald;
    2. de gebruiker heeft volgens afspraken in het contract een boete gekregen en deze boete niet, niet helemaal of niet op tijd betaald.
  4. Maken wij gebruik van het recht om op te zeggen volgens de voorwaarden die hierboven staan onder punt 2 en 3? Dan zijn wij niet verplicht om de gebruiksvergoeding terug te betalen en/of schade- of kostenvergoeding aan de gebruiker te betalen.
  5. Als de gebruiker een natuurlijke persoon is dan stopt de gebruiksovereenkomst automatisch op de eerste dag van de maand volgend op de maand waarin de gebruiker is overleden.
  1. De gebruiker kan elke boeking annuleren. Soms maakt de gemeente hier andere afspraken over in een overeenkomst.
    1. Als u minimaal 4 weken voor een gebruiksmoment annuleert hoeft u geen gebruiksvergoeding te betalen. Als u de gebruiksvergoeding al betaald hebt, betaalt de gemeente die aan u terug.
    2. Als u niet op tijd annuleert moet u de volledige gebruiksvergoeding betalen aan de gemeente.
  2. De gemeente mag een boeking direct helemaal of voor een deel annuleren in de volgende gevallen:De gemeente mag in de gevallen die hierboven staan ook de uitvoering van de activiteiten op basis van het gebruiksrecht van gebruiker stoppen, annuleren en/of verbieden.
    1. Als gebruik van (een deel van) de accommodatie naar oordeel van de gemeente niet mogelijk is door:
      • weersomstandigheden;
      • reparatiewerkzaamheden;
      • onderhoudswerkzaamheden;
      • of anderszins;
    2. Als de accommodatie door externe factoren op zo’n manier wordt beschadigd of verwoest dat de gemeente verwacht dat het niet gaat lukken om de schade voor het gebruiksmoment te herstellen;
    3. Als er sprake is van bijzondere evenementen of gebeurtenissen. De gemeente overlegt in dat geval zo snel mogelijk met de gebruiker. Het overleg vindt in ieder geval 1 maand voor het gebruiksmoment plaats;
    4. Als de gemeente de accommodatie nodig heeft bij calamiteiten en crisissituaties. Bij een calamiteit of crisissituatie stelt de gemeente gebruiker hiervan direct op de hoogte;
    5. Als de openingstijden van de accommodatie veranderen en het gebruiksrecht niet meer (helemaal) tijdens de aangepaste openingstijden plaats kan vinden. U leest in artikel 8 lid 4 meer over het vaststellen van de openingstijden;
    6. Als er sprake is van een andere situatie die niet in deze algemene voorwaarden of in de gebruiksovereenkomst of aanvullende voorwaarden staat.
  3. Annuleert de gemeente de boeking helemaal of voor een deel vanwege een van de situaties die in lid 2 staat? Dan doen we zoveel mogelijk ons best om:
    1. zo snel mogelijk na het besluit, de annulering aan de gebruiker te laten weten. Zo kan de gebruiker de deelnemers aan de geplande activiteit op tijd informeren over de annulering.
    2. een andere boeking aan de gebruiker voor te stellen. De gebruiker kan ook kiezen voor terugbetalen van de gebruiksvergoeding voor de geannuleerde boeking.
  4. Als niet duidelijk is of de gebruiker één of meer boekingen wilt annuleren dan controleert de gemeente eerst of de gebruiker de boeking echt wil annuleren. 
  1. De gemeente moet ervoor zorgen dat u de geboekte accommodatie op het vastgelegde gebruiksmoment kunt gebruiken voor de vastgelegde activiteiten. 
  2. De gemeente zorgt ervoor dat het gebouw open is en dat er een beheerder aanwezig is tijdens de openingstijden. De beheerder is contactpersoon voor het gebruik van het gebouw. Gaat het om een sleutelpand, een buitensportaccommodatie, een atletiekbaan of welzijnsaccommodatie zoals een buurtcentrum? Dan zorgt de gemeente dat de gebruiker het gebouw kan openen. Hier hoeft geen beheerder aanwezig te zijn.
  3. De gemeente zorgt ervoor dat de accommodatie geschikt is voor de activiteiten die in de boeking zijn vastgelegd. De gemeente spant zich in om de accommodatie (voor zover van toepassing) te laten voldoen aan de normen van sportbonden of andere erkende instanties. Als de normen in de tussentijd veranderen zijn we niet verplicht een bestaande accommodatie aan te passen. Ook hebt u dan geen recht op korting of terugbetaling van de (al betaalde) gebruiksvergoedingen. Of om de boekingen helemaal of voor een deel te annuleren.
  4. De gemeente moet gebreken aan het gebruiksrecht herstellen. Alleen wanneer dit helemaal niet kan is de gemeente dit niet verplicht. De gemeente is dit ook niet verplicht als er uitgaven nodig zijn die in die situatie en op dat moment niet van de gemeente verwacht kan worden. 
  5. De gemeente spreekt alleen van een gebrek aan het gebruiksrecht als u door een gebrek en/of schade aan de accommodatie zelf, de accommodatie niet of niet meer helemaal kunt gebruiken voor uw activiteiten zoals ze in de overeenkomst staan. Dit geldt ook voor zaken van de gemeente die u mag gebruiken. Als wij gebreken of schade aan de accommodatie vaststellen doen wij ons best om de gebreken en/of schade zo snel mogelijk te (laten) herstellen. Dit geldt ook voor gebreken en/of schade aan zaken van de gemeente die u mag gebruiken.
  6. De gemeente zorgt voor de volgende punten:
    1. Wij onderhouden de accommodatie en zaken die de gebruiker van ons mag gebruiken. Dit geldt niet als in de gebruiksovereenkomst en/of deze algemene voorwaarden is vastgelegd dat de gebruiker daar zelf voor zorgt. Groot onderhoud is vastgelegd in een meerjaren-onderhoudsprogramma. De gemeente zorgt ervoor dat wat in de accommodatie aanwezig is en/of wat de gebruiker mag gebruiken, voldoet aan het Warenwetbesluit Attractie- en Speeltoestellen of aan een regeling die daarvoor in de plaats bestaat. In deel B van deze algemene voorwaarden vindt u meer uitleg over de onderhoudswerkzaamheden van de gemeente. Welke onderhoudswerkzaamheden er plaatsvinden ligt aan de soort accommodatie;
    2. Wij verdelen beschikbare plekken in de accommodaties op een goede en eerlijke manier aan de verschillende (mogelijke) gebruikers;
    3. Wij vragen vergunningen, ontheffingen en toestemmingen die noodzakelijk zijn voor standaard gebruik van de accommodatie aan en/of houden die in stand.
  7. De gemeente is niet verantwoordelijk voor:
    1. zaken die de gebruiker, in/op/aan de accommodatie heeft geplaatst. Het maakt daarbij niet uit of u dit wel of niet met toestemming van de gemeente heeft gedaan;
    2. de in artikel 7 lid 7 bedoelde personen die vanwege gebruiker gebruik maken van de accommodatie en zaken die zij bij zich hebben.
  1. U mag de accommodatie alleen gebruiken voor het doel waarvoor het bedoeld is. Dit geldt ook voor de daaraan verbonden voorzieningen zoals diensten, leveringen, faciliteiten en zaken die bij de activiteit horen. U mag de accommodatie alleen op een andere manier gebruiken als u daarvoor toestemming van de gemeente heeft.
  2. U betaalt de verschuldigde bedragen voor het gebruiksmoment vooraf (vooruitbetaling). U doet dit op de manier zoals in de gebruiksovereenkomst, de boeking of de factuur staat. U betaalt voor de datum die op de factuur staat (vervaldatum).
  3. U laat de accommodatie na het einde van elk gebruik in goede staat en netjes achter. Als u de accommodatie wilt gebruiken en de accommodatie is niet in goede staat of slordig achtergelaten meldt u dit direct bij de gemeente. Doe dit ook als er volgens u andere gebreken zijn.
  4. Als er voor een accommodatie huisregels zijn moet u zich als gebruiker daaraan houden. Huisregels zijn onderdeel van deze algemene voorwaarden en de gebruiksovereenkomst. De gemeente mag de huisregels aanvullen of aanpassen. Als de huisregels veranderen stellen we de gebruiker op de hoogte. De huisregels blijven ook na aanpassing onderdeel van deze algemene voorwaarden en de gebruiksovereenkomst(en).
  5. U verzekert als gebruiker zelf de risico's die bij het gebruiksrecht horen. Voor uzelf en voor derden. U moet hiervoor zelf de premies betalen.
  6. U zorgt bij gebruik van het gebruiksrecht voor de volgende punten:
    1. Iedereen die de accommodatie of een onderdeel daarvan gebruikt volgt altijd meteen en goed de volgende zaken op:
      1. mondelinge en schriftelijke aanwijzingen van:
        • de gemeente; en/of
        • de beheerder; en/of 
        • andere medewerkers van de gemeente; en/of
        • in opdracht van de gemeente handelende derden.
      2. aanwijzingen en voorschriften van:
        • overheidsinstanties
        • nutsbedrijven
        • de verzekeraar van de gemeente 
        • brandweer 
        • politie
        • overige hulpverlenende diensten
    2. Iedereen houdt zich bij de activiteiten aan de regels;
    3. Als het nodig is houdt u toezicht op een goed verloop van de activiteiten;
    4. Iedereen kan de accommodatie op een veilige manier gebruiken. U zorgt ook voor de sociale veiligheid;
    5. U voorkomt schade aan de accommodatie en aan personen en zaken die in de accommodatie aanwezig zijn;
    6. U houdt zich aan de wet, verordening, vergunning of andere overheidsvoorschriften. U houdt zich ook aan (brand)veiligheidsnormen van politie en brandweer;
    7. De gemeente organiseert of regelt ontruimingsoefeningen voor de accommodatie. U werkt of doet hieraan mee;
    8. Stelt u afwijkingen vast in de waterkwaliteit, luchtkwaliteit, ventilatie, elektrische installaties die gevaarlijk kunnen zijn voor de gezondheid? Dan verlaat u direct, de accommodatie. U informeert ook direct de gemeente.
  7. De (gebruiks)voorschriften in deze algemene voorwaarden gelden voor iedereen die namens de gebruiker in/op de accommodatie aanwezig is. U bent als gebruiker verantwoordelijk en aansprakelijk voor deze personen. U zorgt er daarom voor dat deelnemers aan de activiteit(en) en bezoekers zich ook houden aan de (gebruiks)voorschriften. 
  8. U bent verantwoordelijk voor:
    1. het juiste gebruik van de accommodatie, de leveringen, diensten, voorzieningen en/of faciliteiten die onderdeel zijn van het gebruiksrecht. Dit geldt ook zaken die voor de activiteit ter beschikking zijn gesteld en/of andere zaken;
    2. zaken die u in, op of aan de accommodatie heeft geplaatst. Daarbij maakt het niet uit of u hier wel of niet toestemming van de gemeente voor hebt.
    3. de personen die namens u gebruik maken van de accommodatie en zaken die zij bij zich hebben. Hierbij gaat het om personen zoals aangegeven in lid 7 van dit artikel.
  9. Na elk gebruiksmoment regelt u de volgende zaken:
    1. U sluit de ramen en deuren.
    2. U laat de accommodatie in goede staat en netjes achter.
    3. U controleert alle ruimten op achtergebleven of ingesloten personen en spullen.
    4. U schakelt (als dit mogelijk is) alle verlichting uit.
    5. U schakelt het alarm in als er een alarm aanwezig is.
    6. U sluit de accommodatie goed af.
  1. Het gebruiksrecht heeft de volgende kenmerken:
    1. De gemeente kan u aanwijzingen geven over welk deel van een accommodatie u mag gebruiken. Dit kan zowel voor of tijdens het gebruik. U houdt zich aan deze aanwijzingen.
    2. U hebt alleen toegang tot de delen van de accommodatie die in de boeking staan.
    3. U mag alleen in de personeelsruimten, technische ruimten en bergruimten van de accommodatie komen als u hier vooraf toestemming voor hebt gekregen van de gemeente. Dit geldt bijvoorbeeld ook voor daken en goten.
    4. Bij het gebruiksrecht hoort niet het gebruik van een kantine/verenigingsruimte of horecabedrijfsruimte als deze in de accommodatie aanwezig is. Als er andere afspraken zijn gemaakt dan geven wij dit aan
    5. Moet er tijdens de gebruiksmomenten aan de accommodatie worden gewerkt? Dan moet u de werkzaamheden toestaan als u de accommodatie gewoon kunt blijven gebruiken.
    6. Derden hebben ook toegang tot de accommodatie als de gemeente hier toestemming voor heeft gegeven;
    7. U hebt voor aanvragen in de toekomst geen rechten uit eerdere of lopende gebruiksrechten. Dit geldt voor de gebruiksmomenten en ook voor de accommodatie waar het gebruiksrecht voor geldt.
    8. Deelnemers, andere gebruikers of derden moeten zich ook deze algemene gebruiksvoorwaarden en/of huisregels of bezoekersvoorwaarden houden. Als ze dit niet doen mag u ze daarop aanspreken.
  2. U hebt in de volgende gevallen eerst toestemming van de gemeente nodig:
    1. (onder)verhuren of in bruikleen geven van de accommodatie aan een derde;
    2. doorleveren of in gebruik geven van een gebruiksrecht aan een derde;
    3. ruilen van gebruiksmomenten met een derde.
  3. Op de volgende dagen kunt u in principe geen gebruiksrecht krijgen: De gemeente kan besluiten van deze 'sluitingsdagen' af te wijken. Als het nodig is stellen we dan extra voorwaarden aan de gebruiker.
    1. algemeen in Nederland erkende feestdagen;
    2. andere door de gemeente vastgestelde dagen.
  4. De gemeente kan per accommodatie openingstijden vaststellen. Wij kunnen deze op elk moment aanpassen. De gemeente maakt de aangepaste openingstijden schriftelijk aan u bekend. Dit doen we een uiterlijk 1 maand voor de datum dat het gebruiksrecht ingaat. Het gebruiksrecht kan alleen plaatsvinden binnen de openings- en sluitingstijden die de gemeente heeft vastgesteld.
  5. Wilt u een bericht of poster ophangen aan de accommodatie? Bijvoorbeeld om leden te werven of om activiteiten of evenementen aan te kondigen? Dan moet u daarvoor eerst toestemming aan de gemeente vragen. De gemeente kan aan die toestemming extra voorwaarden stellen. U mag bijvoorbeeld bij het bevestigen of verwijderen geen schade veroorzaken, Ook mag u het bericht of de poster niet met spijkers of lijm vastmaken.
  6. Voor de volgende situaties in/op de accommodatie hebt u ook eerst toestemming nodig van de gemeente:
    1. Plaatsen van kraampjes, tenten, keetwagens, luchtkussens, bergingen, lichtmasten met armaturen of het oprichten van andere tijdelijke of permanente opstallen;
    2. Installeren van camera’s en/of videoapparatuur;
    3. Aanpassen van de accommodatie en/of het aan (laten) brengen van aanpassingen;
    4. Aanbrengen van permanente) reclame of op een andere manier reclame te maken;
    5. Aansluiten van apparaten die stroom verbruiken. Apparaten zonder CE-keurmerk mag u nooit gebruiken;
    6. Meenemen van (huis)dieren. Personen met blindengeleidehonden of hulphonden hebben geen toestemming nodig. Op een sportpark waar hondensportactiviteiten mogen plaatsvinden zijn honden toegestaan. De honden moeten wel zijn aangelijnd.
    7. Laten branden van de verlichting na het gebruiksmoment. Dit geldt niet voor nood- of nachtverlichting; Als er direct na u nog een andere gebruiker in de accommodatie moet zijn mag u de verlichting aan laten.
    8. Komen of blijven als er een akoestisch alarm afgaat.
  1. Als u activiteitgebonden zaken van de gemeente mag gebruiken doet u dat alleen op de manier waarvoor ze bedoeld zijn. Met activiteitgebonden zaken bedoelen we zaken die u nodig hebt bij de activiteit, zoals sportattributen en speeltoestellen. Activiteitgebonden zaken blijven altijd eigendom van de gemeente en u geeft deze na gebruik terug aan de gemeente. U geeft deze zaken terug in dezelfde staat als dat u ze aangeboden hebt gekregen. Hierbij houdt de gemeente rekening met normale slijtage en veroudering. Als u schade hebt veroorzaakt moet u die schade betalen. 
    U moet activiteitgebonden zaken netjes opbouwen, gebruiken en na afloop van elk gebruiksmoment opbergen. 
  2. U hebt toestemming nodig van de gemeente als u de ter beschikking gestelde activiteitgebonden zaken wilt verwijderen, buiten de accommodatie wilt gebruiken of anders wilt gebruiken dan waarvoor zij bedoeld zijn. 
  3. U mag alleen gebruik maken van de in de boeking genoemde zaken. Als u gebruik mag maken van activiteitgebonden zaken of andere zaken dan staat dat in de boeking.
  4. Als u activiteitgebonden zaken gebruikt geeft de gemeente u regels en /of uitleg (mondeling) voor het gebruik en of neerzetten van deze zaken.
  5. Als u eigen zaken (blijvend) in de accommodatie wilt neerzetten hebt u hiervoor vooraf toestemming nodig van de gemeente. U plaatst uw eigen zaken voor eigen rekening en risico. De gemeente is niet aansprakelijk voor beschadiging, diefstal of verlies van (economische) waarde van zaken van gebruiker. Ook is de gemeente niet verplicht om deze spullen te verzekeren. Voor het plaatsen van elektrische apparaten geldt dat deze brandveilig moeten zijn (in plaatsing en in gebruik). Ook moeten ze het KEMA-keurmerk en een CE-markering hebben. Afspraken met de gemeente over het stallen van zaken van de gebruiker zijn geen onderdeel van de gebruiksovereenkomst. Deze afspraken legt de gemeente vast in een andere overeenkomst tussen de gemeente en gebruiker.
  1. Als een gebruiksrecht over een sleutelpand gaat kan de gemeente een sleutel of digitale code aan de gebruiker geven. Daarmee heeft de gebruiker toegang tot het sleutelpand. Bij een fysieke sleutel moet de gebruiker verplicht een sleutelverklaring ondertekenen. U mag geen kopie (laten) maken van de sleutel(s). De gemeente kan voor het geven van een sleutel een waarborgsom vragen. In dat geval maken we de hoogte van de waarborgsom vooraf aan u bekend. Als u een digitale code ontvangt mag u die niet delen met derden.
  2. Bij verlies of vermissing van een sleutel stelt u de gemeente daarvan op de hoogte. U doet dit uiterlijk binnen 24 uur. U bent aansprakelijk voor de gevolgen van het eventuele verlies of het niet op tijd teruggeven van een sleutel. De kosten zijn voor u maximaal EUR 150,-. De gemeente mag deze kosten met de waarborgsom verrekenen. De gemeente is dit niet verplicht. 
    Als u weet dat derden de digitale code hebben informeert u zo snel mogelijk de gemeente zodat we de code kunnen vervangen. 
  3. Als de gebruiksovereenkomst stopt moet u een ontvangen sleutel direct bij de gemeente inleveren. U doet dit in ieder geval binnen 48 uur na het einde van de gebruiksovereenkomst. U krijgt dan de waarborgsom terug. Over de waarborgsom wordt geen rente vergoed. 
    Hebt u bij de ontvangst van de sleutel een afspraak met de gemeente gemaakt over het tijdstip voor het inleveren van de sleutel? Dan houdt u zich aan die afspraak.
  1. U hebt toestemming van de gemeente nodig in de volgende gevallen:
    1. Gebruik van het gebruiksrecht voor activiteiten die niet in de boeking staat.
    2. Activiteiten waarbij het aantal deelnemers/bezoekers anders is dan aangegeven bij de boeking.
    Als u toestemming krijgt kan de gemeente wel extra voorwaarden stellen, zoals een hogere gebruiksvergoeding en vergoeding van eventueel door de gemeente te maken extra kosten. De gemeente kan vragen om een deel van de opbrengsten. Het gaat dan om opbrengsten uit entreegelden, reclame, commerciële radio-, televisie- en/of videopnamen en opbrengsten uit horeca en/of andere verkoopactiviteiten. 
  2. Gebruiker is op elk moment zelf verantwoordelijk voor het krijgen en het houden van de vergunningen, ontheffingen en toestemmingen die nodig zijn. U moet zelf onderzoeken of voor een evenement bijzondere vergunningen, ontheffingen en/of toestemmingen nodig zijn. En als dit zo is zorgt u er ook zelf voor dat u die krijgt en houdt. U betaalt zelf de kosten voor het krijgen van de vergunningen, ontheffingen en toestemmingen.
  3. Het aangaan van een gebruiksovereenkomst of krijgen van een privaatrechtelijke toestemming betekent niet dat u ook automatisch publiekrechtelijke vergunningen, ontheffingen en/of toestemmingen krijgt die nodig zijn voor het gebruik. Dit zijn twee verschillende en gescheiden processen. Als u de publiekrechtelijke vergunning(en), ontheffing(en) en/of toestemming(en) niet krijgt kunt u de gemeente daar nooit aansprakelijk voor houden.
  4. U geeft de gemeente een kopie van de vergunningen, ontheffingen en/of toestemmingen die aan de activiteit verbonden zijn. Dit doet u binnen 3 dagen nadat u de vergunning, ontheffing of toestemming hebt gekregen en in ieder geval voor de start van het gebruik. Ook geeft u de gemeente een draaiboek en een calamiteitenplan als de gemeente daarom vraagt.
  5. Kunt u vergunningen, ontheffingen en/of toestemmingen die u nodig hebt alleen krijgen na het aanbrengen van bepaalde voorzieningen in en/of op en/of aan de accommodatie? Dan vraagt u de gemeente daarvoor vooraf schriftelijk toestemming. De kosten van het aanbrengen en verwijderen van genoemde voorzieningen betaalt u zelf.
  6. Muziek tijdens het evenement of geluids- en/of audiovisuele apparatuur gebruiken mag alleen met toestemming van de gemeente. U houdt zich dan aan de normen die in de wet- en regelgeving staan.
  1. Als u en/of personen in de accommodatie namens u zich niet houden aan wat er in de gebruiksovereenkomst staat dan mag de gemeente:
    1. U of de personen die namens u in de accommodatie zijn (laten) verwijderen uit de accommodatie; en/of
    2. U of de personen die namens u in de accommodatie zijn de toegang tot de gemeentelijke accommodatie(s) weigeren. Dit kan definitief zijn of voor een bepaalde periode waarbij de gemeente de duur van de periode bepaalt; en/of
    3. U een boete geven die u aan de gemeente moet betalen. Dit mag in de volgende gevallen:
      • Als u de accommodatie langer gebruikt dan in de gebruiksovereenkomst staat: het bedrag van de boete is zo groot als de gebruiksvergoeding voor de extra gebruiksduur (bij welzijnsactiviteiten wordt het 100% tarief gehanteerd). Daar komt EUR 50,- bij voor administratiekosten;
      • Als u de accommodatie anders gebruikt dan in de gebruiksovereenkomst staat: het bedrag van de boete is 2 keer de verschuldigde gebruiksvergoeding.
      • Als u zonder goede reden geen gebruik van een gebruiksrecht hebt gemaakt in een welzijnsaccommodatie: bij een 0% tarief is het bedrag van de boete 2 maal het 100% tarief voor het gebruiksrecht.
      • Als u de accommodatie gebruikt zonder dat u een gebruiksovereenkomst hebt: het bedrag van de boete is maximaal EUR 500,-. Als u hierbij een gekopieerde sleutel gebruikt of een sleutel gebruikt die als vermist is opgegeven verhogen we deze boete met maximaal EUR 500,-. Ook mag u dan nooit meer gebruik maken van een gemeentelijke accommodatie.
      Op grond van de wet mag de gemeente daarnaast ook een aanvullende schadevergoeding eisen.
  2. De gemeente mag zelf bepalen of we van de in lid 1 genoemde rechten gebruik maken. Als we dit doen zijn we niet verplicht om een al betaalde gebruiksvergoeding terug te betalen en/of enige schade- of kostenvergoeding aan de gebruiker te betalen. 
  3. U bent verplicht de bovenstaande kosten en boetes helemaal en meteen aan de gemeente te betalen op het moment dat de gemeente dat vraagt.
  4. Is in de accommodatie een beheerder aanwezig namens de gemeente? Of bij welzijnsaccommodaties of –activiteiten een (uitvoerend) sociaal makelaar namens de welzijnsorganisatie? Dan mag de beheerder of sociaal makelaar namens de gemeente u of personen die namens u in de accommodatie zijn aanspreken op hun gedrag. Als het nodig is mag de beheerder of sociaal makelaar u of namens u aanwezige personen verwijderen uit de accommodatie.
  1. Als er schade is aan de accommodatie of aan activiteit gebonden zaken die u van de gemeente mag gebruiken meldt u die schade direct nadat u de schade hebt vastgesteld. U bevestigt de schade binnen 3 dagen schriftelijk aan de gemeente. Als u dit niet doet hoort de accommodatie in goede staat te zijn geweest bij de start van het gebruik(smoment).
  2. Als u schade in of aan de accommodatie veroorzaakt zijn de kosten van de schade voor u. Dat geldt ook als u schade veroorzaakt aan zaken die u van de gemeente mag gebruiken of aan andere zaken. Hetzelfde geldt als deelnemers, bezoekers of gasten van u de schade veroorzaken.
  3. Als wij aan het einde van een gebruiksmoment schade in of aan de accommodatie vaststellen brengen wij de schade in rekening aan de laatste gebruiker. Dit doen we niet als deze gebruiker de schade bij start van het gebruiksmoment heeft gemeld, of kan aantonen dat de gebruiker de schade niet veroorzaakt heeft. Bij medegebruik is iedere gebruiker aansprakelijk.
  4. De gemeente zorgt voor reparatie van de schade. Als u aansprakelijk bent voor de schade betaalt u de kosten van de reparatie. U ontvangt hiervoor een rekening van de gemeente.
  5. Als er gevolgschade is kunt u voor de kosten daarvan ook een rekening krijgen. Gevolgschade ontstaat bijvoorbeeld wanneer een accommodatie door schade een tijd niet meer gebruikt kan worden. 
  1. U betaalt voor elk gebruiksrecht een gebruiksvergoeding. De gemeente heeft de hoogte van de gebruiksvergoeding vooraf bepaald. De gebruiksvergoeding is op basis van tarieven die de gemeente eerder heeft vastgesteld. In sommige gevallen kan de gemeente van de tarieven afwijken. Als dit het geval is staat dit in de gebruiksovereenkomst.
  2. De tarieven voor gebruiksrechten voor Sport worden jaarlijks aangepast op basis van een index. De gemeente heeft deze index vastgesteld en de index is gekoppeld aan de ontwikkeling van de kostprijs. 
    De gemeente heeft daarnaast het recht om de tarieven opnieuw te bepalen en aan te passen aan het geldende beleid. Hiervoor geldt de procedure uit artikel 2 lid 3. Deze aanpassing van de tarieven mag 1 keer per 4 jaar na de laatste datum plaatsvinden. Dit betekent dat als het tarief wordt aangepast de eerstvolgende mogelijkheid voor aanpassing vanaf 4 jaar daarna kan plaatsvinden.
  3. De tarieven voor overige gebruiksrechten kan de gemeente tussendoor op elk moment aanpassen, opnieuw bepalen en/of aanpassen aan het geldende beleid; Er is geen speciale procedure voor het vaststellen van deze tarieven.
  4. Als u niet (op tijd) betaalt en de gemeente (incasso)kosten moet maken dan betaalt u de (incasso)kosten.
  5. Het kan zijn dat u omzetbelasting over de gebruiksvergoeding moet betalen. Dit ligt aan de inhoud van het gebruiksrecht. De hoogte van de omzetbelasting is afhankelijk van het karakter van het gebruik(srecht). Als er omzetbelasting over de gebruiksvergoeding in rekening kan worden gebracht dan kiest de gemeente of dat wel of niet wordt gedaan. 
  1. Als u toestemming van de gemeente nodig hebt kunt u daaraan alleen rechten ontlenen als deze toestemming schriftelijk is gegeven. Aan deze toestemming kunnen extra voorwaarden zijn verbonden. Deze extra voorwaarden heeft de gemeente vastgelegd of legt de gemeente vast in de boeking. U houdt zich aan deze extra voorwaarden. Doet u dit niet dan bent u als gebruiker verantwoordelijk voor het niet nakomen van de afspraken.
  2. De gemeente mag in, op en/of bij de accommodatie camera’s plaatsen om de openbare orde te handhaven en om toezicht te houden op haar eigendommen. Als er cameratoezicht is maakt de gemeente dit in, op of bij de accommodatie duidelijk. Alleen personen die dat mogen kunnen de opgeslagen camerabeelden bekijken.
  3. U mag uw rechten en/of verplichtingen uit de gebruiksovereenkomst niet aan een derde overdragen. Dit mag alleen als u daar vooraf toestemming voor hebt van de gemeente.
  4. Als u samen met meerdere gebruikers beslissingen moet nemen, maar er niet samen uitkomt neemt de gemeente een besluit. Alle partijen moeten zich dan aan dat besluit houden.
  5. Als een gebruiker en de gemeente het niet met elkaar eens zijn en er samen niet uitkomen dan beslist de bevoegde rechter in het arrondissement Midden-Nederland, rechtbank Utrecht.
  6. De rechtsverhouding tussen partijen valt onder het Nederlands recht.

 
 

B. Bepalingen die gelden voor specifieke typen gebruiksrechten

B1 Sport

  1. De gemeente zorgt bij het verlenen van een gebruiksrecht voor sportactiviteiten voor de volgende zaken:Dit geldt niet als in deze algemene voorwaarden en/of de gebruiksovereenkomst andere afspraken staan.
    • bij binnensportaccommodaties en zwembaden: voor de schoonmaak en het legen van vuilnisbakken;
    • voor energie, verwarming en (warm) water;
    • voor een goede luchtbehandeling, voor zover dit mogelijk is in verband met de klimatologische omstandigheden;
    • voor het bespeelbaar maken en houden van sportvelden/-vloeren.
  2. Onder het gebruiksrecht voor sportactiviteiten valt ook het gebruik van:Dit geldt niet als in deze algemene voorwaarden en/of de gebruiksovereenkomst andere afspraken staan. Of als de onder a en b genoemde ruimten geen eigendom van de gemeente zijn.
    1. door de gemeente aangegeven (onderdelen van) kleedruimten, ruimten voor scheidsrechters en tribunes, vanaf 15 minuten voor aanvang en tot 30 minuten na beëindiging van het gebruiksmoment. In kleedruimten en ruimten voor scheidsrechters mag u alleen omkleden en douchen;
    2. de EHBO-/massageruimte als deze aanwezig is. De gebruiker kan deze ruimten gebruiken op de manier waarvoor de ruimte bedoeld is. EHBO-behandelingen hebben altijd voorrang op massagebehandelingen. De ruimte moet u na gebruik schoonmaken en opruimen. U zorgt ervoor dat de gebruiker na u de ruimte kan gebruiken.
  3. Kleed-, scheidsrechters- en EHBO-ruimten moet u na gebruik netjes en schoon achtergelaten; eventuele flip-overs en de wandborden maakt u leeg en schoon.
  4. Klein sport- en spelmateriaal en verbruiksartikelen zijn geen onderdeel van het gebruiksrecht. U moet hier als gebruiker zelf voor zorgen.
  5. De gemeente zorgt ervoor dat de accommodatie elke keer klaar is voor gebruik. U zet zelf de benodigde sport- en spelattributen en/of speeltoestellen en dergelijke neer. Behalve als er schriftelijk andere afspraken zijn gemaakt moet u zelf zorgen voor het opbouwen, verwijderen en weer opbergen van de gebruikte attributen. Deze bergt u op in de daarvoor bestemde plaatsen in de accommodatie.
  6. De warming-up en de cooling-down vallen binnen de voor gebruiker geldende gebruiksmoment(en). Dit geldt ook voor het klaarzetten en opruimen van materialen.
  7. De gemeente stelt de seizoenen en openingstijden vast.
  8. Naast artikel 2 lid 7 en artikel 14 lid 5 geldt het volgende.
    1. Als het gebruiksrecht voor sport volgens de belastingregels valt onder 'het gelegenheid geven tot sportbeoefening' hoeft u over de gebruiksvergoeding geen btw te betalen. 
    2. Als de gebruiksovereenkomst volgens de belastingregels valt onder ‘verhuur’ dan kiezen de gemeente en de gebruiker voor ‘met btw-belaste verhuur’. In dat geval is het normale btw-tarief van toepassing.
  9. De voorwaarden uit dit artikel gelden voor gebruiksrechten voor:
    1. binnensport (B 1.1),
    2. buitensport (B 1.2),
    3. atletiek (B 1.3) en
    4. zwemmen (B 1.4). 
    Als de voorwaarden elkaar tegenspreken gelden de voorwaarden uit deel B 1.1, deel B 1.2, deel B 1.3 en l B 1.4 boven de voorwaarden uit dit artikel.
  1. We spreken van ‘seizoengebruik’ door een ‘seizoengebruiker’ als een gebruiker voor een heel seizoen gebruiksrechten heeft in plaats van gebruiksrechten voor 1 of meer losse gebruiksmomenten. Ook is er verschil tussen een seizoengebruiker mét eigen verenigingsruimte en een seizoengebruiker zonder eigen verenigingsruimte. Een ‘eigen verenigingsruimte’ is een kantine of clubgebouw in (economisch) eigendom van de gebruiker of van een verbonden stichting gebouwd op een gemeentelijk sportpark. Dit met toestemming van de gemeente. De gebruiker kan ook een kantine of clubgebouw van de gemeente huren. De gebruiker en de gemeente sluiten daarvoor een aparte huurovereenkomst naast deze gebruiksovereenkomst.
  2. In de volgende artikelen bedoelen we met gebruiker:
    • de gebruiker die voor 1 keer of voor een paar keer gebruik maakt van een accommodatie.
    • de seizoengebruiker met of zonder verenigingsruimte.
    Als we maar 1 van de twee soorten gebruikers bedoelen dan geven we dat aan.

B1.1 Binnensport

  1. Onder het gebruiksrecht voor binnensport vallen alle sportactiviteiten die in een gymzaal, sportzaal, turnzaal, beweegzaal of sporthal worden beoefend. De gemeente kan als dit nodig is zelf beslissen of een bepaalde sportactiviteit wel of niet onder het gebruiksrecht voor binnensport valt.
  2. Onder het gebruiksrecht voor binnensport valt niet:
    1. atletiek buiten: hiervoor geldt deel B1.3 van deze algemene voorwaarden (voor atletiekbeoefening binnen geldt wel deel B1.1);
    2. binnen of buiten zwemmen: hiervoor geldt deel B1.4 van deze algemene voorwaarden.
  3. Voor het gebruik van kleed-, scheidsrechters- en EHBO-ruimten moet de gebruiker zich bij aankomst melden bij de beheerder. Dit geldt alleen voor die locaties waar een beheerder aanwezig is. 
  4. Alleen medewerkers van de gemeente of een door de gemeente aangewezen contactpersoon van de gebruiker mogen geluid-, licht- en overige technische installaties bedienen. 
  5. Als u de scheidingswand gebruikt bepaalt de gemeente op welke manier u deze moet gebruiken.
  6. U mag alleen met toestemming van de gemeente in/op de accommodatie apparaten gebruiken die stroom verbruiken. Apparaten zonder CE-keurmerk zijn nooit toegestaan.
  1. De gemeente moet zorgen dat scholen voor het geven van bewegingsonderwijs gebruik kunnen maken van binnensportaccommodaties. Deze verplichting heet zorgplicht en geldt voor scholen in het basis- en voortgezet onderwijs. Als we de uren in de binnensportaccommodaties gaan verdelen krijgen scholen op doordeweekse schooluren voorrang op elk(e) ander(e) gebruik(er). Scholen leveren hiervoor een planning aan op basis van het aantal uren bewegingsonderwijs waarop zij dat schooljaar recht hebben. Dit doen ze voor het begin van elk schooljaar. Als wij de planning goedkeuren ontvangen de scholen een bevestiging van de planning van de geboekte uren.
  2. Bij de verdeling van de uren in de sporthallen die de gemeente beheert krijgen aanvragen vanuit de ZVC voorrang op andere aanvragen. De ZVC verdeelt de beschikbare uren in de verschillende gemeentelijke sporthallen. Hierbij houdt de ZVC zich aan de voorwaarden die in het document ‘Zaalverdelingscriteria Sporthallen Utrecht’ staan. De ZVC maakt hiervoor elk jaar een planning die alle vertegenwoordigde partijen goedkeuren en levert die planning voor het begin van het seizoen aan bij de gemeente. Als de gemeente deze planning goedkeurt geldt deze als basisindeling voor de sporthallen van het seizoen waar het om gaat. De gebruiker ontvangt het voorstel van de planning. Na goedkeuring van het voorstel ontvangt gebruiker een bevestiging van de geboekte uren.
  3. Voor de verdeling van de uren in de overige binnensportaccommodaties maakt de gemeente een planning. Dit doen we op basis van het gebruik in het lopende seizoen. Gebruikers die in het lopende seizoen elke week op hetzelfde tijdstip gebruik maken van een binnensportaccommodatie krijgen een voorstel voor de planning van het nieuwe seizoen. Na goedkeuring van het voorstel ontvangt de gebruiker een bevestiging van de geboekte uren.
  4. Alle uren die overblijven zijn beschikbaar voor boekingen van losse gebruiksmomenten. Daarbij behandelt de gemeente aanvragen voor losse gebruiksmomenten op volgorde van binnenkomst.
  1. Sportvloeren zijn kwetsbaar. Daarom hebt u in de volgende gevallen eerst toestemming nodig van de gemeente:
    1. Met andere (sport)schoenen in de zaal komen dan is toegestaan. In de zalen mag u alleen op de sportvloer op blote voeten of met sportschoenen die geen strepen achterlaten op de sportvloer en niet buiten zijn gedragen;
    2. Eten op de sportvloer;
    3. Iets anders te drinken dan water of sportdranken op de sportvloer;
    4. Gebruik van hars.
    Het maakt hierbij niet uit om wat voor activiteit het gaat. Voor bepaalde speeloppervlakken kunnen andere regels gelden.
  2. U mag alleen met toestemming van de gemeente de sportvloer voor andere activiteiten gebruiken dan voor sport. Daarbij kan de gemeente het nemen van extra maatregelen aan gebruiker opleggen. Bijvoorbeeld het afdekken van de sportvloer. 

 

Toestellen die in de zalen staan kunt u voor het geven van bewegingsonderwijs en turnen alleen gebruiken onder leiding van iemand die de vereiste opleidingsbevoegdheid heeft. Als u dat niet doet is het gebruik voor eigen rekening en risico. U kunt de gemeente dan niet aansprakelijk houden of enige claim bij de gemeente indienen als er wat gebeurt.

B1.2 Buitensport

  1. Onder het gebruiksrecht voor buitensport vallen sportactiviteiten die in de buitenlucht plaatsvinden. Het gaat in elk geval om de volgende sportactiviteiten: voetbal, hockey, handbal, korfbal, cricket, frisbee, lacrosse, american football, rugby, honkbal, softbal, boogschieten en varianten hierop zoals beachvolleybal. De gemeente kan als dit nodig is zelf beslissen of een bepaalde sportactiviteit wel of niet onder het gebruiksrecht voor buitensport valt.
  2. Onder het gebruiksrecht voor buitensport vallen niet:
    1. atletiek binnen: hiervoor geldt deel B1.1 van deze algemene voorwaarden;
    2. atletiek buiten: hiervoor geldt deel B1.3 van deze algemene voorwaarden;
    3. zwemmen binnen en buiten: hiervoor geldt deel B1.4 van deze algemene voorwaarden.
  3. Hebben seizoengebruikers een gebruiksrecht voor buitensport voor de in lid 1 bedoelde sportactiviteiten? Dan valt het gebruik van de volgende ruimten ook onder het gebruiksrecht:
    1. 1 of meer wedstrijdvelden, met bij ieder wedstrijdveld het gebruik van 2 kleedruimten en het medegebruik van een scheidsrechters- en een EHBO-ruimte (indien aanwezig); of
    2. 1 of meer andere velden, met bij ieder veld het gebruik van een of meer kleedruimten.
  4. Als u 1 of meer losse gebruiksmomenten hebt valt het gebruik van de in lid 3 genoemden kleedruimten en/of ruimten voor scheidsrechters niet onder het gebruiksrecht. Als u deze ruimten wel wilt gebruiken dan moet u daarover afspraken met gemeente of de seizoengebruiker maken. Met scholen waarvoor gemeente een zorgplicht heeft voor bewegingsonderwijs maken we aparte afspraken over het gebruik van kleedruimten.
  5. Het gebruik van dug-outs en/of tribunes valt niet onder het gebruiksrecht. Behalve als u hier andere afspraken over maakt met gemeente.
  6. Als u de lichtinstallatie(s) van de sportvelden gebruikt die eigendom zijn van de gemeente dan betaalt u hiervoor kosten. De kosten bestaan uit 2 delen:
    1. Vaste kosten zoals onderhoudskosten, afschrijvingskosten en administratiekosten;
    2. Variabele kosten: kosten voor gas, water en licht. De tarieven van de leverancier bepalen de hoogte van deze variabele kosten.
    De gemeente stelt de totale kosten vast en stuurt u apart van de gebruiksvergoeding een factuur voor deze kosten. U betaalt de kosten op basis van het aantal uren dat u de lichtinstallatie hebt gebruikt.
    Als u lichtinstallatie wilt gebruiken die niet van de gemeente zijn maakt u zelf afspraken met de eigenaar van deze lichtinstallatie.
  7. Alle gas-, water, en elektriciteitskosten van de eigen verenigingsruimte betaalt u zelf. Als een seizoengebruiker deze kosten niet direct zelf betaalt ontvangt de gebruiker een aparte factuur van de gemeente. Dit bedrag komt bovenop de gebruiksvergoeding die u als gebruiker moet betalen.
  8. Als u een seizoengebruiker met een eigen kantine bent leegt u ook zelf de vuilnisbakken.
  9. In aanvulling op artikel 3 lid 2: Een school(bestuur) krijgt voorrang bij aanvragen voor een gebruiksrecht voor buitensportaccommodaties binnen de schooluren.
  10. Anders dan artikel 8 lid 3: U kunt gebruiksrechten krijgen tijdens feestdagen voor gebruik van een buitensportaccommodatie.
  11. Artikel 8 lid 4 geldt niet voor buitensport. Voor het gebruik van het sportpark gelden wél bestuursrechtelijke randvoorwaarden. Dit heeft te maken met het geldende bestemmingsplan of vergunningen die bij de situatie horen.
  12. Artikel 8 lid 6 onder d en f gelden niet voor buitensport.
  13. Bij het gebruikrecht voor buitensport kan de gemeente alleen een beroep op artikel 13 lid 3 doen als er schade is ontstaan in (gedeelten van) gebouwen op de accommodatie die de gebruiker kan afsluiten.
  14. U mag niet roken op de accommodatie. Wij houden ons hierbij aan het ‘rookverbod’ uit de Tabaks– en rookwarenwet die op het moment van overtreden geldt.
  1. Natuurgrasvelden mag u alleen gebruiken voor het spelen van wedstrijden onder toezicht van een sportbond waar u lid van bent. Behalve als we hier andere afspraken over hebben gemaakt.
  2. Of u voor een deel of helemaal gebruik kunt maken van een gebruiksrecht voor buitensportactiviteiten hangt af van het weer. En als dat nodig is ook of de betrokken sportbond het veld goed- of afkeurt. Bij wedstrijden onder toezicht van de KNVB keurt een vertegenwoordiger van de KNVB het veld. Als u het niet eens bent met de uitspraak van de vertegenwoordiger beslist de gemeente over het gebruik van het veld.
    Bij andere veldsporten mag een gebruiker zelf het veld beoordelen. Bij twijfel kunt u een uitspraak van de gemeente vragen. Bij keuring van een veld houdt u rekening met de volgende 2 criteria:
    1. bestaat er gevaar voor de spelers? Met andere woorden is de kans op blessures groter?;
    2. bestaat er gevaar voor (sterke) beschadiging van het veld.
  3. Bij slechte weersomstandigheden mag de gemeente u het gebruik van het veld weigeren. Alleen de gemeente of de keurende sportbond mag dit bepalen. Deze situatie van overmacht geeft nooit recht op korting of teruggave van (al betaalde) gebruiksvergoedingen.
  4. U bent er altijd zelf verantwoordelijk voor dat u en uw deelnemers het veld op de juiste manier gebruiken. Keurt de gemeente of een betrokken sportbond het veld af en maakt u er toch gebruik van? Dan bent u zelf verantwoordelijk voor de schade aan een veld en voor letsel ontstaan door het spelen op het afgekeurde veld. Is er schade aan het veld door verkeerd gebruik en/of besluit? Dan bent u verplicht de kosten van herstel van het veld direct aan de gemeente te betalen.
  5. Als het veld voor langere tijd is afgekeurd kunt u het veld pas weer gebruiken na goedkeuring van de gemeente of een sportbond.
  6. De gemeente zorgt voor de lijnen op het kunstgras- en de (half)verharde velden. Voor natuurgrasvelden geldt dat de gemeente de lijnen 1 keer per jaar aanbrengt. Dit gebeurt bij de start van het nieuwe seizoen. Het is aan de seizoengebruiker(s) om te zorgen dat de lijnen goed blijven tijdens het seizoen. Hiervoor stelt de gemeente 1 keer een kalkwagen ter beschikking aan de seizoengebruiker(s). Seizoengebruiker(s) is/zijn verantwoordelijk voor onderhoud, vervanging en stalling van de kalkwagen.
  7. U mag reclameborden aan de hekwerken rondom de velden vastmaken. Maakt u met meerdere seizoengebruikers gebruik van het veld of de velden? Dan mag dit alleen als u goed met elkaar hebt overlegd. Als u er samen niet uitkomt dan beslist de gemeente. Bij het verdelen van de borden kijken we naar hoeveel wedstrijdcapaciteit iedere gebruiker heeft afgenomen. We verdelen het aantal borden dan in verhouding. De volgende voorwaarden gelden:
    1. De zijden van de reclameborden die niet vanaf het veld te zien zijn (van het veld afgekeerd) mogen geen opvallende kleur hebben.
    2. De hoeken van reclameborden moeten afgerond zijn en mogen geen uitsteeksels hebben.
    3. De borden moeten zo zijn gemaakt dat ze geen schade aan goederen of persoonlijk letsel kunnen veroorzaken.
    4. Als u reclameborden plaatst geldt de Nederlandse Reclame Code. Ook geldt voor reclameborden publiekrechtelijke regelgeving. Hieronder valt ook de regelgeving voor de welstand. U zorgt er zelf voor dat de reclameborden voldoen aan publiekrechtelijke wet- en regelgeving
    5. U betaalt de reclameborden zelf en bent verantwoordelijk voor de risico's.
    6. Als er precarioheffing betaald moet worden dan betaalt u dat ook zelf.
  8. Als er huisregels zijn voor het sportpark dan staan daarin extra afspraken en verplichtingen over de openbaar toegankelijkheid en het afsluiten van het sportpark.
  1. Het gebruik van kleedruimten en eventueel scheidsrechters- en EHBO-ruimten is inclusief koud stromend water en verlichting van die ruimten. Behalve als er andere afspraken zijn gemaakt. Het gebruik van verwarming en warm stromend water zit hier niet bij.
  2. Als er nog geen voorziening voor verwarming en/of warm stromend water in de kleedruimte van uw eigen verenigingsruimte is kunt u dit zelf laten aanleggen. Dit mag alleen als de gemeente heeft geoordeeld dat dit installatietechnisch mogelijk is en u hiervoor toestemming van de gemeente hebt gekregen.
    1. Krijgt u toestemming voor het aanleggen van de voorziening? Dan leggen partijen schriftelijk vast welke vergoeding de gemeente aan de seizoengebruiker betaalt bij het beëindigen van de gebruiksovereenkomst. Bij het vaststellen van de vergoeding passen we de gebruikelijke regels toe voor waardering en afschrijving van dit soort voorzieningen.
    2. Alleen een erkend installateur mag de voorziening aanleggen. De voorziening moet voldoen aan alle veiligheidseisen. Ook vinden alle periodieke keuringen en onderhoudsbeurten plaats op de manier die de fabrikant heeft bepaald. U betaalt als seizoengebruiker zelf de kosten van aanleg, gebruik, onderhoud, vervanging en beheer.
    3. Gebruiken andere gebruikers deze voorzieningen ook? Dan kunnen de gebruikers een gebruiksregeling maken met de seizoengebruiker die de voorziening(en) heeft aangebracht. De gebruikers houden zich dan aan de instructies van seizoengebruiker.
    4. Een seizoengebruiker met eigen verenigingsruimte kan met toestemming van de gemeente zelf installaties aanbrengen. Bij het beëindigen van de gebruiksovereenkomst laat de seizoengebruiker de installaties in de kleedruimten achter.
    5. Is het niet mogelijk om een eigen voorziening voor verwarming en/of warm stromend water aan te leggen? En heeft de gemeente wel een voorziening aangebracht? Dan kan de gemeente voor de kosten een aparte rekening sturen volgens de afspraken die in het beleid staan. U ontvangt deze rekening apart van de rekening voor de gebruiksvergoeding.
  3. Is er een storing of moet een installatie gerepareerd of vervangen worden? Als de gemeente de installaties heeft geplaatst regelt de gemeente dit. Storingen, reparaties en vervanging van installaties die de gemeente niet heeft geplaatst of laten plaatsen betaalt de gemeente niet.
  1. De gemeente zorgt op natuurgras en kunstgras wedstrijdvelden voor de 'vaste' sport- en spelattributen, die bij de sport horen. Hieronder vallen:
    1. de vaste doelen voor voetbal, handbal, hockey en american football;
    2. de 'backstop' bij soft- en honkbal;
    3. de 'screens' bij cricket;
    4. bij korfbal de palen waar de korf aan komt te gehangen.
  2. De gebruiker zorgt zelf voor alle overige sport- en spelattributen zoals doelnetten, cornervlaggen, verplaatsbare doelen, korven etc. Dit geldt ook voor het opbouwen/aanbrengen, verwijderen en weer opbergen van deze attributen. Dit hoeft niet als de gemeente en de gebruiker hierover andere afspraken maken. 
  1. Voor het gebruiksrecht voor buitensport bedoelen we met 'seizoen' de periode die de landelijke sportbond voor de betreffende sport heeft vastgesteld. De gemeente mag hiervan af te wijken.
  2. U kunt de accommodatie ook buiten het seizoen gebruiken als u hiervoor toestemming hebt van de gemeente. Bij het beoordelen of u wel of niet toestemming krijgt kijken we of onderhoud of noodzakelijk herstel van natuurgras tussen de seizoenen nodig is. Als u toestemming krijgt ontvangt u een rekening voor een aanvullende gebruiksvergoeding.
  1. Een gebruiksovereenkomst voor seizoengebruik wordt vastgelegd in de vorm van een contract voor onbepaalde tijd. De seizoengebruiker en de gemeente ondertekenen allebei het contract. Het contract is een raamovereenkomst voor 2 verschillende boekingen die elk jaar worden vastgelegd:
    1. een boeking voor capaciteit voor wedstrijden;
    2. een boeking voor capaciteit voor trainingen.
    De boekingen hebben een looptijd van 1 seizoen en kunnen op die manier ‘meebewegen’ met de capaciteitsbehoefte van de seizoengebruiker. De gemeente kan hiervan afwijken.
  2. De gemeente sluit met een (mogelijke) seizoengebruiker alleen een nieuwe gebruiksovereenkomst voor seizoengebruik als er boekingen worden gedaan voor:
    1. wedstrijdcapaciteit én
    2. trainingscapaciteit.
  3. Overkoepelende sportbonden kunnen normen hebben voor het vaststellen van de capaciteitsbehoefte. Dit gebeurt op basis van het aantal leden/(norm)elftallen van de seizoengebruiker. Als dit het geval is dan gebruiken wij deze normen om de aanvragen te beoordelen. En voor het vastleggen van de capaciteit in een daaropvolgende boeking.
  4. Als u een eigen verenigingsruimte hebt krijgt u in principe gebruiksrechten voor de accommodatie (het sportpark) waar uw verenigingsruimte staat. Dit kan alleen als de ruimte op het sportpark dit toelaat.
  5. Komt er een nieuwe seizoengebruiker op het sportpark? Dan sluit de gemeente pas een gebruiksovereenkomst nadat wij met de bestaande seizoengebruiker(s) hebben overlegd over wat de gevolgen daarvan zijn. De gemeente beslist uiteindelijk of er een gebruiksovereenkomst wordt gesloten.
  6. Besluit een gebruiker om na afloop van het seizoen geen nieuwe boekingen voor wedstrijden in het nieuwe seizoen te doen? Dan mag de gemeente de gebruiksovereenkomst voor seizoengebruik direct opzeggen. Hierbij moeten partijen zich wel houden aan de afspraken die in artikel 29 en 30 staan.
  7. De seizoengebruiker met eigen verenigingsruimte is verplicht om bij het einde van de gebruiksovereenkomst voor seizoengebruik de accommodatie te ontruimen en de verenigingsruimte en/of andere aanwezige zaken weg te halen. Dit hoeft niet als de seizoengebruiker andere afspraken met de gemeente heeft gemaakt over de eigen verenigingsruimte. De gemeente kan de accommodatie ontruimen en de verenigingsruimte en/of andere aanwezige zaken weghalen als de seizoengebruiker met eigen verenigingsruimte dit niet doet. Dit gebeurt voor rekening en risico van de seizoengebruiker. Als de gebruiksovereenkomst stopt doet de seizoengebruiker met eigen verenigingsruimte afstand van al zijn rechten op de achtergebleven zaken. Deze draagt de seizoengebruiker over aan de gemeente. De gemeente is dan niet verplicht om (schade-) vergoeding te betalen aan de seizoengebruiker met eigen verenigingsruimte.
    Direct na ontvangst van de opzegging neemt de gemeente contact op met de seizoengebruiker met eigen verenigingsruimte. De gemeente maakt dan afspraken over (de wijze van) de ontruiming van de accommodatie, de overdracht van de nog aanwezige zaken, het weghalen van de verenigingsruimte of een vergoedingsregeling. Alle partijen doen hun best om zo snel mogelijk deze afspraken te maken en deze schriftelijk vast te leggen.
  8. Artikel 5 (annuleringen van boekingen) geldt niet voor seizoengebruik, maar de gemeente mag de seizoengebruiker wel het gebruik van de accommodatie voor een deel of helemaal weigeren als een geval zoals in artikel 5 lid 2 staat zich voordoet. U hebt als gebruiker dan geen recht op terugbetaling van de (al betaalde) gebruiksvergoeding(en). De in artikel 5 lid 2 genoemde gevallen maken het gebruiksrecht niet gebrekkig.
  1. Een seizoengebruiker of de gemeente kan de gebruiksovereenkomst voor seizoengebruik alleen schriftelijk per post opzeggen. De partij die wil opzeggen moet dit vóór 31 juli doen en hierbij geldt een opzegtermijn van tenminste 1 en maximaal 3 jaar. Bij het vaststellen van de opzegtermijn houdt de gemeente rekening met alle omstandigheden, zoals;De gebruiksovereenkomst voor seizoengebruik eindigt daarom niet na het verstrijken van het laatste gebruiksmoment. Het kan in dit verband voorkomen dat de gebruiksovereenkomst – voor een periode tussen de seizoenen in - geen rechten voor de seizoengebruiker meer omvat.
    • de duur en de aard van het voorgaande gebruik en;
    • de omvang en de looptijd van de financiële verplichtingen voor de verenigingsruimte van de seizoengebruiker.
  2. Als de gemeente de gebruiksovereenkomst met een seizoengebruiker met eigen verenigingsruimte wil opzeggen dan moet de gemeente zich aan de volgende eisen houden:
    • De gemeente laat tenminste 1 jaar voor de opzegging schriftelijk aan de seizoengebruiker weten dat de gemeente de gebruiksovereenkomst op gaat zeggen;
    • vertegenwoordigers van de gemeente gaan na het schriftelijk bericht in overleg met de seizoengebruiker en Sport Utrecht over (de gevolgen van) de opzegging; en
    • de gebruiksovereenkomst kan niet worden opgezegd als de wethouder met portefeuille Sport de opzegging niet goedkeurt. De gemeente laat dit schriftelijk aan de gebruiker weten.
    Er kunnen redenen zijn waardoor de gemeente alleen op kan zeggen als er een voldoende zwaarwegende grond voor de opzegging is. De gemeente handelt bij een eventuele opzegging niet in strijd met art. 3:13 van het Burgerlijk Wetboek en de algemene beginselen van behoorlijk bestuur.
  3. Wat in lid 1 en 2 staat betekent niet dat de gemeente de gebruiksovereenkomst op grond van artikel 4 niet direct op mag zeggen.
  1. Voordat het nieuwe seizoen begint dient de seizoengebruiker bij de gemeente een aanvraag in voor de gewenste wedstrijd- en trainingscapaciteit. Deze gebruikt de gemeente als uitgangspunt om voor zowel wedstrijd- als trainingscapaciteit een boeking vast te leggen voor het nieuwe seizoen. De gemeente mag hiervan afwijken. Bij het beoordelen van de aanvraag voor wedstrijdcapaciteit houdt de gemeente zich aan de randvoorwaarden die in artikel 30 staan.
  2. Boekingen voor seizoengebruik hebben een looptijd van telkens 1 volledig seizoen. U kunt deze alleen op basis van deze algemene voorwaarden (tussentijds) annuleren of veranderen. Als u andere afspraken hebt gemaakt over annuleren of veranderen van boekingen houdt u zich aan die afspraken.
  3. Dient u voor seizoengebruik niet of niet op tijd een aanvraag voor het nieuwe seizoen in? Dan legt de gemeente voor het nieuwe seizoen boekingen voor wedstrijd- en trainingscapaciteit vast op basis van de capaciteit van het vorige seizoen. Dit is de gemeente niet verplicht.
  1. Heeft de gemeente op basis van artikel 27 lid 3 de wedstrijdcapaciteit vastgesteld maar wil de seizoengebruiker voor het nieuwe seizoen meer wedstrijdcapaciteit aanvragen? Dan kan dit alleen in de volgende gevallen tot een boeking leiden:
    • de seizoengebruiker kan aantonen dat de aanvraag klopt met zijn werkelijke behoefte aan wedstrijdcapaciteit in het nieuwe seizoen; én
    • de gemeente houdt rekening met de capaciteitsbehoefte van andere (seizoen)gebruikers en beoordeelt dat het mogelijk is.
  2. Als een seizoengebruiker een eigen verenigingsruimte heeft kan de gemeente normen bepalen hoeveel wedstrijdcapaciteit een seizoengebruiker moet afnemen. Als de seizoengebruiker met eigen verenigingsruimte niet aan deze normen kan voldoen mag de gemeente de gebruiksovereenkomst opzeggen volgens artikel 28. In dat geval geldt een opzegtermijn van 1 jaar.
  3. Als de gemeente na overleg vaststelt dat een seizoengebruiker geen extra capaciteitsbehoefte heeft dan heeft een seizoengebruiker geen recht op extra capaciteit. Ook al wil de seizoengebruiker daarvoor (meer) betalen.
  1. De seizoengebruiker maakt zelf voor het begin van het nieuwe seizoen een indeling van de gebruiksmomenten en velden met kleedruimten die bij de accommodatie horen. U maakt de indeling op basis van de capaciteitsbehoefte die in de boekingen is vastgelegd. Als er meerdere seizoengebruikers actief zijn op een accommodatie dan doen de gebruikers dit in overleg met elkaar. Hierbij gelden de randvoorwaarden voor seizoenen en gebruikstijden die in artikel 26 staan. De indeling vindt plaats op basis van een ‘rooster’ dat de seizoengebruiker(s) per seizoen en per accommodatie vaststellen. Dit gebeurt in onderling overleg en eventueel met ondersteuning van de betrokken sportbonden en/of belangenvereniging(en). De gemeente keurt het rooster daarna goed of af.
    Het is belangrijk dat de beschikbare ruimte zo goed mogelijk gebruik wordt. Dubbelgebruik van de voorzieningen kan ook. Een sportveld kan bijvoorbeeld op één dag door meerdere verenigingen gebruikt worden voor verschillende activiteiten. Bij het maken van de indeling houdt u ook rekening met scholen die gebruik kunnen maken van de velden. Als scholen en seizoengebruiker dezelfde roosterwensen hebben overleggen ze met elkaar over een oplossing.
  2. In de volgende gevallen mag de gemeente het rooster zelf vaststellen.
    1. Als de betrokken seizoengebruikers het niet eens kunnen worden over het rooster;
    2. Als de gemeente het rooster afkeurt;
    3. Als de gemeente wil dat ook andere gebruikers dan de seizoengebruikers mee mogen beslissen over het rooster.
    In deze gevallen moeten alle betrokkenen zich aan dit rooster houden.

B1.3 Atletiek

  1. Het gebruiksrecht voor atletiek geldt voor het gebruik van een atletiekbaan buiten. Daarbij horen het gebruik van een of meer kleedruimten en het medegebruik van een scheidsrechters- en een EHBO-ruimte (als deze aanwezig is). Dit geldt niet als er andere afspraken zijn gemaakt.
    et gebruiksrecht voor atletiek geldt niet voor atletiek binnen. Dan geldt deel B 1.1 van deze algemene voorwaarden.
  2. Het gebruik van kleedruimten en eventueel scheidsrechters- en EHBO-ruimten is inclusief koud stromend water en verlichting van die ruimten. Het gebruik van verwarming van de ruimten en warm stromend water hoort niet bij het gebruiksrecht. Dit geldt niet als er andere afspraken zijn gemaakt.
  3. De gemeente zorgt bij het gebruiksrecht voor atletiek alleen voor de 'vaste' sport- en spelattributen, zoals hordes, een hoogspringinstallatie en een vangkooi. De gebruiker zorgt zelf voor alle overige benodigde sport- en spelattributen. De gebruiker zorgt ook voor het opbouwen/ aanbrengen en verwijderen en weer opbergen van deze attributen. Dit geldt niet als er andere afspraken zijn gemaakt.
  4. Als de gebruiker gebruikt maakt van lichtinstallatie(s) rondom de banen die in eigendom zijn van de gemeente of gebruik maakt van andere nutsvoorzieningen dan maken gebruiker en de gemeente hierover afspraken.
  5. De gebruiker betaalt zelf de kosten voor het gebruik van lichtinstallatie(s) (van de gemeente) rondom de velden. De kosten bestaan uit 2 delen:
    1. Vaste kosten zoals onderhoudskosten, afschrijvingskosten en administratiekosten;
    2. Variabele kosten: kosten voor gas, water en licht. De tarieven van de leverancier bepalen de hoogte van deze variabele kosten. gaat het om kosten voor gas, water en licht. Deze variabele kosten liggen aan de tarieven van de leverancier.
    De gemeente stelt de totale kosten vast en stuurt u apart van de gebruiksvergoeding een factuur voor deze kosten. U betaalt de kosten op basis van het aantal uren dat u de lichtinstallatie heeft gebruikt.
  6. Als u de lichtinstallatie(s) wilt gebruiken die niet van de gemeente zijn maakt u zelf afspraken met de eigenaar van deze lichtinstallatie(s).
  7. Als de gebruiker lichtinstallatie(s) wil gebruiken die niet van de gemeente zijn moet de gebruiker hier zelf afspraken over maken met de eigenaar van deze installatie(s).
  8. Alle nutskosten voor de eigen verenigingsruimte betaalt de gebruiker zelf. Betaalt u de kosten voor nutsvoorzieningen in een verenigingsruimte nog niet rechtstreeks aan de nutsleverancier? Dan ontvangt u voor deze kosten apart van de gebruikersvergoeding een rekening van de gemeente.
  9. Seizoengebruikers legen zelf de vuilnisbakken rondom de atletiekbanen. Dit geldt niet als er andere afspraken zijn gemaakt.
  10. Bij het gebruiksrecht voor atletiek kan de gemeente alleen een beroep op artikel 13 lid 3 doen als er schade is ontstaan in (gedeelten van) gebouwen op de accommodatie die de gebruiker kan afsluiten.
  11. Anders dan wat in artikel 8 lid 3 staat kunt u ook een gebruiksrecht krijgen voor gebruik van atletiekbanen tijdens algemeen erkende feestdagen.
  12. Artikel 8 lid 4 geldt niet voor de atletiekbanen. Voor het gebruik van de atletiekbaan gelden zonder aanpassingen wel bestuursrechtelijke randvoorwaarden, zoals deze onder andere kunnen ontstaan uit het geldende bestemmingsplan of vergunningen die bij de situatie passen.
  13. U mag niet roken in/op de accommodatie. Wij houden ons hierbij aan het ‘rookverbod’ uit de Tabaks– en rookwarenwet die op het moment van overtreden geldt.

Voor het gebruiksrecht voor atletiek geldt voor het 'seizoen', de periode die de landelijke sportbond als 'seizoen’ heeft vastgesteld. De gemeente mag hiervan afwijken.

  1. Een gebruiksovereenkomst voor seizoengebruik wordt vastgelegd in de vorm van een contract voor onbepaalde tijd. De seizoengebruiker en de gemeente ondertekenen allebei het contract. Het contract geldt als raamovereenkomst voor 1 vast te leggen boeking voor (trainings)capaciteit op een atletiekbaan. De boeking heeft een looptijd van één seizoen en kan op die manier ‘meebewegen’ met de capaciteitsbehoefte van de seizoengebruiker.
  2. De gemeente mag een gebruiksovereenkomst voor seizoengebruik, tijdens het lopende seizoen en voor de start van het nieuwe seizoen, direct opzeggen als gebruiker besluit geen boekingen te doen voor het nieuwe seizoen. Hierbij houdt de gemeente rekening met wat er in artikel 36 en 37 staat.
  3. Artikel 5 (annuleringen van boekingen) geldt niet voor seizoengebruik, maar de gemeente mag de seizoengebruiker wel het gebruik van de accommodatie voor een deel of helemaal weigeren als een geval zoals in artikel 5 lid 2 staat zich voordoet. De gebruiker heeft dan geen recht op terugbetaling van de (al betaalde) gebruiksvergoeding(en).
    De in artikel 5 lid 2 genoemde gevallen maken het gebruiksrecht niet gebrekkig.
  1. Een seizoengebruiker of de gemeente kan de gebruiksovereenkomst voor seizoengebruik alleen schriftelijk per post opzeggen. De partij die wil opzeggen moet dit vóór 31 juli doen en hierbij geldt een opzegtermijn van 1 jaar. De gebruiksovereenkomst voor seizoengebruik eindigt daarom niet na afloop van het laatste gebruiksmoment. Het kan voorkomen dat voor een periode tussen de seizoenen in er geen gebruiksmomenten meer zijn.
  2. Als de gemeente de gebruiksovereenkomst met een seizoengebruiker met eigen verenigingsruimte wil opzeggen dan moet de gemeente zich aan de volgende eisen houden:
    • vertegenwoordigers van de gemeente gaan eerst in overleg met de seizoengebruiker en Sport Utrecht over (de gevolgen van) de eventuele opzegging; en
    • de gebruiksovereenkomst kan niet worden opgezegd als de wethouder met portefeuille Sport de opzegging niet goedkeurt.
    Er kunnen redenen zijn waardoor de gemeente alleen kan opzeggen als er een voldoende zwaarwegende grond voor de opzegging is. De gemeente handelt bij een eventuele opzegging niet in strijd met art. 3:13 van het Burgerlijk Wetboeken de algemene beginselen van behoorlijk bestuur.
  3. Wat in lid 1 en 2 van dit artikel staat betekent niet dat de gemeente de gebruiksovereenkomst op grond van artikel 4 niet direct mag opzeggen.
  1. In de boeking staat de capaciteitsbehoefte die u nodig heeft. Samen met andere seizoengebruikers maakt u voor de start van ieder seizoen een indeling van de gebruiksmomenten op de accommodatie met kleedruimten die daarbij horen. U maakt per accommodatie een rooster voor het seizoen. Dit doet u in onderling overleg en eventueel met ondersteuning van de betrokken sportbonden en/of belangenvereniging(en). De gemeente keurt het rooster daarna goed of af.
  2. In de volgende gevallen mag de gemeente het rooster zelf vaststellen:
    1. Als de betrokken seizoengebruikers het niet eens worden over het rooster.
    2. Als de gemeente het rooster afkeurt.
    3. Als de gemeente wil dat ook andere gebruikers dan de seizoengebruikers mee mogen beslissen over het rooster.
    In deze gevallen moeten alle betrokkenen zich aan dit rooster.
  1. Aan de hand van de in de boeking vastgelegde capaciteitsbehoefte maakt de seizoengebruiker met andere seizoengebruikers voorafgaande aan seizoen+1 een indeling van de gebruiksmomenten met bijbehorende kleedruimten e.d. op de betreffende accommodatie. Dit vindt plaats op basis van een ‘rooster’ dat de seizoengebruikers per seizoen en per accommodatie, in onderling overleg en met eventuele ondersteuning van de betrokken sportbonden en/of belangenvereniging(en), vaststellen en dat vervolgens door de gemeente wordt goed- of afgekeurd.
  2. Indien de betrokken seizoengebruikers niet tot overeenstemming kunnen komen over het rooster en/of de gemeente het rooster afkeurt en/of als de gemeente in voorkomende gevallen ook andere gebruikers dan de seizoengebruikers wenst te betrekken bij de totstandkoming van het rooster, is de gemeente bevoegd het rooster zelf vast te stellen, welke indeling in dat geval voor alle betrokkenen bindend is.

B1.4 Zwemmen

  1. Het gebruiksrecht voor zwemmen heeft betrekking op het gebruik van een (gedeelte van) één of meer zwembassins in een van de gemeentelijke binnen- of buitenzwembaden. Daarbij hoort ook het gebruik van één of meer kleedruimten en het medegebruik van een scheidsrechters- en een EHBO-ruimte (als deze aanwezig is).
  2. Op het gebruiksrecht voor zwemactiviteiten zijn de volgende extra voorwaarden van toepassing:Als de algemene gebruiksvoorwaarden en deze extra voorwaarden elkaar tegenspreken gaan de aanvullende voorwaarden voor.
    1. de geldende versie van de ‘Algemene Bezoekersvoorwaarden’;
    2. bij een gebruiksrecht voorschoolzwemmen: de voorwaarden uit de geldende versie van het ‘Protocol veilig schoolzwemmen’;
    3. als een gebruiksrecht gaat over overige zwemactiviteiten: de voorwaarden uit de geldende versie van het ‘Protocol veiligheid gebruiksrecht zwemmen’;
  3. Bij het gebruiksrecht gelden ook de volgende plichten:
    1. U mag alleen gebruik maken van zelf meegebrachte sportattributen, zoals duikflessen, kano’s en vinnen als u daar (mondelinge) toestemming van (of namens) de gemeente hebt. De attributen moet u zorgvuldig en volgens de aanwijzingen van de aanwezige medewerker van de gemeente gebruiken;
    2. U verlaat het zwemwater en de perrons direct na afloop van elk gebruiksmoment;
    3. U gebruikt geen tassen in de zwemzalen. Dit mag wel bij wedstrijden.
    4. U zorgt bij de ingang voor toezicht op het aankomen en weer vertrekken van bezoekers en gebruikers;
    5. U loopt in zwemzalen alleen op blote voeten, slippers of sportschoenen die u alleen binnen gebruikt. Als u uw eigen schoenen wilt aanhouden gebruikt u plastic overschoenen;
    6. U schakelt de alarminstallatie van de topsportbassins bij aankomst uit en bij vertrek weer aan;
    7. U zorgt voor zorgvuldig gebruik van de topsportbassins en voorkomt schade ontstaan door onzorgvuldig gebruik.
  4. In de ruimten voor scheidsrechters mag u geen zwemkleding dragen.
  5. Bij ongevallen of calamiteiten alarmeert u via de portofoon de kassamedewerker, of een andere namens de gemeente aanwezige medewerker in de accommodatie.
  1. Voor de verdeling van de beschikbare uren maakt het zwembad een planning. Het zwembad gebruikt hiervoor de planning van het lopende seizoen en legt deze voor aan de gebruikers van het zwembad.
  2. Als de gebruikers de planning hebben goedgekeurd legt de gemeente deze vast. De seizoengebruiker ontvangt hiervan een bevestiging.
  3. Zijn er uren over? Dan zijn die beschikbaar voor losse aanvragen en/of boekingen voor 1 of meerdere keren. Daarbij kennen we de uren toe op volgorde van binnenkomst van de aanvragen.

B2 Welzijn

  1. Bij (het gebruiksrecht voor) welzijnsactiviteiten maken we onderscheid tussen: ‘door de gemeente benoemde welzijnsorganisatie(s)’ en ‘overige gebruikers’. In de artikelen hieronder gebruiken we het woord ‘gebruiker’. Hiermee bedoelen we zowel de welzijnsorganisatie(s) als de overige gebruikers. Als we met ‘gebruiker’ iets anders bedoelen geven we dit duidelijk aan.
  2. Bij (het gebruiksrecht voor) welzijnsactiviteiten maken we onderscheid tussen: ‘basisinventaris’ en overige inventaris. Bij basisinventaris gaat het alleen om tafels, stoelen en draadloos internet signaal/ WiFi (waar mogelijk) en vaste apparatuur. Denk hierbij aan ingebouwde geluidsapparatuur, lichtapparatuur, grootkeukens, koelkasten en wasmachines.
  3. De accommodaties waarin welzijnsactiviteiten plaatsvinden hebben we op de volgende manier ‘gelabeld’:
  • label A: (ruimten in) multifunctionele accommodaties;
  • label B: buurtcentra die de gemeente beheert of die beheerd worden door of namens een of meer door de gemeente benoemde welzijnsorganisaties;
  • label C: buurtcentra;
  • label E: speeltuinen;
  • label H: speelgarages.
  1. Als u een gebruiksrecht in een welzijnsaccommodatie hebt kunt u een boeking tot 2 weken voor het begin van het gebruiksmoment gratis annuleren. Artikel 5 lid 1 geldt dan niet. Als u niet op tijd een boeking annuleert blijft de boeking staan. Dat betekent dat u verplicht bent om te betalen. Deze annuleringsplicht geldt ook voor boekingen die in de tariefgroep van 0% vallen.
  2. Als er inventaris van de gemeente in de accommodatie is dan is het gebruiksrecht voor welzijn inclusief het gebruik van inventaris. Het gebruiksrecht is exclusief het gebruik van extra faciliteiten (zoals een microfoon, een podium of eten/drinken).
  3. Bij het gebruiksrecht voor een speeltuin gelden voor (het gebruik van) die speeltuin de voorschriften zoals die gelden voor elke bezoeker van die speeltuin.
  4. Als er horecafaciliteiten in de welzijnsaccommodatie aanwezig zijn, kunnen voor het gebruiksrecht bepaalde extra voorwaarden gelden.
  1. Bij de accommodaties met labels A, B en C zorgt de gemeente elke 2 jaar voor een instructie voor het ontruimen van de accommodatie bij calamiteiten. De gebruikers die elk seizoen gebruik maken van deze accommodatie ontvangen dan een uitnodiging voor deze instructie.
  2. Gebruikers zijn zelf gezamenlijk verantwoordelijk voor het organiseren van bedrijfshulpverlening (BHV) op locatie. De gemeente zorgt 1 keer per jaar voor een BHV-opleiding voor 2 vaste vrijwilligers of gebruikers per accommodatie. De door de gemeente benoemde welzijnsorganisatie(s) bekijken wie de BHV opleiding gaan volgen en zorgen dat deze personen aan de opleiding deelnemen.
  3. De gemeente zorgt ervoor dat EHBO-materiaal in de welzijnsaccommodaties aanwezig is.
  1. De gemeente is eigenaar van de basisinventaris. De gemeente is ook eigenaar van de overige inventaris. Behalve als een door de gemeente benoemde welzijnsorganisatie die inventaris zelf heeft gekocht en dat kan aantonen. De gemeente is geen eigenaar van activiteit gebonden inventaris (zoals biljarttafel, kleioven).
  2. De gemeente zorgt voor onderhoud en vervanging van basisinventaris. Is de gemeente eigenaar van de overige inventaris? Dan zorgt de gemeente alleen voor het minimale onderhoud dat nodig is voor de veiligheid van het gebruik van die inventaris.
    Als de gemeente oordeelt dat inventaris niet veilig is, mag de gemeente de inventaris uit de accommodatie verwijderen en vernietigen. Dit mag ook als de gemeente geen eigenaar is (of blijkt te zijn) van die inventaris.
  3. De gemeente stelt per accommodatie een demarcatielijst vast. In een demarcatielijst staat precies per onderdeel van de inventaris wie verantwoordelijks is voor het onderhoud. Als de demarcatielijst en wat in lid 2 staat elkaar tegenspreken gaat de demarcatielijst voor.
  1. De door de gemeente benoemde welzijnsorganisatie(s) sturen de gemeente elk jaar een planning met de welzijnsactiviteiten en de groepen die deze uitvoeren.
  2. De gemeente overlegt met de welzijnsorganisatie(s) of de planning voor dat jaar gaat lukken. Als de gemeente oordeelt dat dit niet lukt overlegt de gemeente met de welzijnsorganisatie(s) over een andere planning.
  3. Als de gemeente deze planning goedkeurt geldt deze als basisindeling van het seizoen waar het om gaat. De gebruiker ontvangt het voorstel van de planning. Na goedkeuring van het voorstel ontvangt gebruiker een bevestiging van de geboekte uren.
  4. Reserveringen die ontstaan uit een goedgekeurde planning gaan vóór op overige reserveringen van gebruikers.

B3 Overig

  1. Voor een gebruiksrecht voor het gebruik van een multifunctionele accommodatie, gelden de algemene bepalingen uit deel A. Daarnaast gelden voor bepaalde activiteiten/accommodaties ook de bepalingen o uit deel B1.1, B1.2 en deel B2 van deze algemene gebruiksvoorwaarden.
  2. Een gebruiksmoment kan alleen plaatsvinden tijdens de openingstijden van de betreffende multifunctionele accommodatie.
  3. Als er horecafaciliteiten aanwezig zijn, kunnen voor het gebruiksrecht bepaalde aanvullende voorwaarden gelden.

Hulp en contact Sportlocaties

Telefoon

14 030

E-mail

vastgoed@utrecht.nl