Natuur van Amelisweerd en Rhijnauwen
Op Amelisweerd en Rhijnauwen leven veel bijzondere planten en dieren. We houden de gezondheid van deze planten en dieren goed in de gaten. We doen regelmatig onderzoek naar bijvoorbeeld de broedvogels, de vleermuizen, de bomen en de planten. En we ontdekken nog steeds nieuwe plant- en diersoorten.
Rijkdom aan soorten
Op de landgoederen liggen op een klein oppervlak veel verschillende soorten landschappen. De grond bestaat uit rivierklei van de Kromme Rijn en is heel vruchtbaar. Zo’n boslandschap op rivierklei komt in Nederland niet veel voor.
Planten
Er komen op de landgoederen veel bijzondere planten voor, zoals: de grote keverorchis, bloedzuring en de gewone bosaardbei. De wijngaardslak is in de 19e eeuw uitgezet en komt nog steeds voor op het landgoed.
Vleermuizen
De oude bomen bieden een goede verblijfplaats aan vleermuizen. Tenminste 7 soorten komen op het landgoed voor. Van de rosse vleermuis en de watervleermuis zijn kraamkolonies bekend. Kraamkolonies zijn groepen van meer dan 100 vleermuisvrouwtjes die samen jongen krijgen.
Das, marter, ree, konijn, haas en vos
Sinds enkele jaren komt de das weer voor op het landgoed. Met de das ging het lange tijd niet goed in Nederland, de laatste jaren zijn er weer steeds meer. Dat geldt ook voor de boommarter en de steenmater, die soms worden gezien. Reeën, konijnen, hazen en vossen komen verspreid voor.
Vogels
Voor vogels vormt het landgoed een uniek gebied in Utrecht. Tot de vaste broedvogels behoren bijvoorbeeld de bosuil, ransuil, grote bonte specht, appelvink en grote lijster. Ook de middelste bonte specht is een vaste gast. Wielewaal, nachtegaal en cetti’s zanger behoren tot de zeldzaamheden.
Vlinders op de hooilanden
Graslanden zijn heel belangrijk voor de biodiversiteit en herbergen een grote diversiteit aan soorten. In het vroege voorjaar kleuren sommige weilanden rond de bossen roze-wit van de pinksterbloem. Dit is een belangrijke waardplant van het oranjetipje, een vrolijke voorjaarsvlinder die boven de velden en in de bossen te vinden is.
De weilanden zijn in beheer bij onze pachters. Zelf beheren we enkele hooilanden, die we 1 tot 2 keer per jaar maaien. Hier staan geen koeien op en het beheer is gericht op ontwikkeling van een bloem- en kruidenrijke vegetatie.
Zodra in de zomer het knoopkruid, de rode klaver en de margrieten in bloei staan, kunnen hier diverse soorten vlinders worden gezien. Een daarvan is het bruin zandoogje, een vrij zeldzame vlinder in Utrecht die voornamelijk langs de stadsrand voorkomt. Ook het icarusblauwtje, bruin blauwtje en groot dikkopje kunnen we op de hooilanden tegenkomen.
De hooilanden herbergen ook zeldzame paddenstoelen, waaronder diverse soorten wasplaten, en een grote verscheidenheid aan sprinkhanen. Een van de luidruchtigste en grootste is de grote groene sabelsprinkhaan. De hooilanden zijn verder van belang als voedselgebied voor bijvoorbeeld het ree, de das en de groene specht.
Leven in de Kromme Rijn
De Kromme Rijn is de levensader van onze stad en staat aan de basis van het landschap zoals we dat nu kennen. De rivier is al in 1122 getemd en grotendeels voorzien van beschoeiing, maar vormt een belangrijke bron van leven.
Voor de libellen weidebeekjuffer, blauwe breedscheenjuffer en bruine korenbout vormt de Kromme Rijn belangrijk leefgebied in Utrecht. Regelmatig zijn ze in grote aantallen te vinden langs de oever. Met het steeds beter worden van de waterkwaliteit en de toename van waterplanten – waaronder rivierfonteinkruid - hopen we dat ook beekrombout en kanaaljuffer onze kant op komen.
In het water leven vissen als de snoek, winde, roofblei en bittervoorn en met een beetje geluk zie je een ijsvogel en ringslang. Ronduit spectaculair was de otter die in 2020 opdook. Zal hij een permanente bewoner worden en gaan we binnenkort ook de bever zien?