Vragenlijst voor toetsen evenementen

Zijn er meerdere aanmeldingen voor dezelfde plek en datum voor de reserveringskalender? Of voldoet de aanmelding niet aan een locatieprofiel? Dan toetst een adviescommissie de evenementen. Deze commissie heet de adviescommissie Kwalitatieve criteria evenementen.

Wat doet de adviescommissie?

De adviescommissie kijkt naar de waarde voor de omgeving en de stad, aanbod voor doelgroepen, duurzaamheid en toegankelijkheid en inclusiviteit. Organisatoren krijgen rond 16 september een online vragenformulier toegestuurd. De antwoorden moeten uiterlijk 22 september bij ons binnen zijn. Op deze pagina staan de vragen met de uitleg daarbij.

Meer over de adviescommissie Kwalitatieve criteria evenementen

1. Wat voegt het evenement toe aan de omgeving en de stad?

De adviescommissie kijkt naar de waarde voor de economie en de sociale samenleving. De commissie kijkt bijvoorbeeld of bewoners erbij betrokken zijn, welke binding het evenement heeft met de buurt en wat de doelgroep is van het evenement. 

Organisatoren moeten omschrijven hoe hun evenement meer waarde geeft aan de omgeving en de stad. Denk bijvoorbeeld aan:

• Wat de reden is waarom het evenement op deze datum en plek moet zijn.
• Wat de betekenis is van deze plek voor het evenement.
• Wat de betekenis is van het evenement voor de mensen in de buurt.       

Deze vraag is de belangrijkste vraag. Haalt het antwoord op deze vraag geen goed of voldoende? Dan gaat een andere aanmelding voor en kijkt de adviescommissie niet meer naar de antwoorden op vraag 2, 3 en 4.

2. Hoe draagt het evenement bij aan een aanbod in de stad voor een breed publiek?

De commissie kijkt of het evenement bedoeld is voor mensen waarvoor nog weinig aanbod is. De commissie kijkt bij kleine evenementen naar een goede mix van evenementen in een wijk. Bij grote evenementen kijkt de commissie naar een goede mix van evenementen in de stad.

Organisatoren moeten omschrijven hoe hun evenement bijdraagt aan een aanbod van evenementen voor een breed publiek. Denk bijvoorbeeld aan:

• De doelgroep van het evenement.
• De deelnemers van het evenement. 
• Het soort evenement  (bijvoorbeeld een bepaald type sport).    
• De resultaten van een publieksonderzoek dat is gedaan.
• Wat maakt dit evenement anders dan andere evenementen.
   

3. Wat doet de organisator om het evenement toegankelijk en inclusief te maken?

De commissie kijkt of het evenement bijdraagt aan een inclusief en toegankelijk aanbod in de stad. De commissie kijkt bijvoorbeeld naar de maatregelen voor mensen met een beperking en hoe de communicatie is met verschillende doelgroepen. Ook kijkt de commissie of er bijvoorbeeld aangepaste toegangsprijzen zijn voor mensen met een kleine beurs. De commissie kijkt ook naar wat de organisator doet om bezoekers zich welkom te laten voelen, zonder te letten op leeftijd, sekse, gender, seksuele voorkeur, beperking, geloof, afkomst, opleiding, taalniveau. De organisator kan daarbij een keuze maken. Het is niet nodig dat een evenement voor alle verschillende doelgroepen tegelijk is. Het gaat om de extra moeite die de organisator doet voor de doelgroep waarvoor het evenement is.       

Organisatoren moeten omschrijven wat zij doen om het evenement zo toegankelijk en inclusief mogelijk te maken. Denk bijvoorbeeld aan maatregelen voor:

• Mensen met een beperking.
• Mensen met een kleine beurs, zoals bijvoorbeeld aangepaste toegangsprijzen.
• Aantrekken van een breed publiek.       
• Aantrekken van nieuwe bezoekers naar het evenement die niet eerder naar het evenement kwamen.

4. Wat doet de organisator om het evenement duurzaam te maken?

De adviescommissie kijkt of het evenement bijdraagt aan een duurzame en gezonde stad. De commissie kijkt bijvoorbeeld naar het verminderen van de uitstoot van CO2, verantwoord energie- en grondstofgebruik, verminderen en recyclen van afval, en duurzaam eten en drinken.

Organisatoren moeten omschrijven wat zij doen om het evenement zo duurzaam mogelijk te maken. Denk bijvoorbeeld aan:

• Circulair materiaalgebruik. Dat houdt in het gebruiken van oude materialen, zodat niks weggegooid wordt.
• Verminderen van afval.
• Verantwoord energie- en watergebruik.
• Duurzame keuzes voor vervoer door bezoekers en deelnemers.
• Duurzaam gemaakt eten en drinken.