Energieneutraal bouwen en ontwikkelen
Utrecht wil een klimaatneutrale stad zijn. Voor nieuwbouw betekent dit dat we alleen woningen en andere gebouwen willen bouwen die energieneutraal of beter zijn. We willen bouwers en ontwikkelaars zoveel mogelijk helpen om dit voor elkaar te krijgen. Hiervoor hebben we het Utrechts Energie Protocol gemaakt.
Alle nieuwbouw moet voldoen aan de landelijke eisen voor Bijna Energieneutrale Gebouwen (de BENG-eisen). Al jaren willen wij meer bereiken dan wat minimaal verplicht is. Vaak lukt dit ook. Er komen energieneutrale gebouwen en zelfs energieleverende gebouwen. Bij gronduitgifte dagen wij ontwikkelende partijen uit om zo duurzaam mogelijk te bouwen. Ook eigen vastgoed willen wij zo duurzaam mogelijk ontwikkelen.
Het Utrechts Energie Protocol
Het Utrechts Energie Protocol is een stappenplan voor bouwprojecten in de gemeente Utrecht. Dit stappenplan helpt projectontwikkelaars en bouwbedrijven bij het maken van een energieplan voor een nieuwbouwproject. Op deze manier is er aandacht voor de energieambities van de gemeente Utrecht én voor nieuwe uitdagingen voor de energievoorziening van nieuwbouw.
Hulp bij maken juiste keuzes
Het ontwerpen van de energievoorziening van een gebouw is veel uitdagender geworden. In Utrecht stappen we over naar aardgasvrij wonen. Een gasleiding voor nieuwbouw is niet meer mogelijk. En door het volle stroomnet is elektriciteit krijgen en teruggeven niet makkelijk meer. Projectontwikkelaars en bouwers kunnen via het Utrechts Energie Protocol al vroeg de juiste keuzes maken. Dit voorkomt extra kosten, grote aanpassingen in het gebouwontwerp of problemen bij het aansluiten van hun project op het stroomnet.
Voor projectontwikkelaars en bouwbedrijven
Het protocol is een hulpmiddel voor projectontwikkelaars en bouwbedrijven die starten met een nieuwbouwproject in Utrecht. Het stappenplan is handig voor grote projecten, maar ook voor kavelontwikkelingen of kleine projecten.
Stap voor stap naar energieplan
Wij vragen u om te laten zien welke keuzes u hebt gemaakt op het gebied van energie. Dit zet u in een energieplan. Bij het maken van een energieplan volgt u de stappen van het Utrechts Energie Protocol. Het stappenplan begint met een vooronderzoek. Dat is stap 0. Bij het ontwerpen van uw project volgt u stap 1 tot en met 4.
Koppeling met Utrechts planproces
Het Utrechts Energie Protocol sluit aan op de werkwijze van het Utrechts planproces (UPP). Het UPP helpt bij het maken van ingewikkelde nieuwbouwplannen en gebiedsontwikkelingen. Hierin staat onder andere welke stappen er nodig zijn, welke beslismomenten er zijn en op welke manier mensen mee kunnen denken.
De stappen van het Utrechts Energie Protocol
Hieronder ziet u in het kort informatie over de stappen van het Utrechts Energie Protocol. Voor meer informatie en een uitgebreide toelichting op de stappen kunt u het hele document bekijken.
Voordat u begint met het ontwerp van het nieuwbouwproject kijkt u naar de plaatselijke situatie. Welke mogelijkheden zijn er om warmte en koude uit de omgeving te halen? U kijkt naar het gebied zelf en naar de omgeving eromheen. Denk aan warmte- en koudeopslag in de grond, warmte uit oppervlaktewater en restwarmte van een fabriek in de buurt. Wat is er mogelijk met deze bronnen? Maar u moet ook weten wat minder goed of niet kan.
Ook is het handig om nu al te onderzoeken welke energie-infrastructuur er in en om het gebied ligt. En wanneer welke buurten in Utrecht van het aardgas af gaan. Mogelijk kan uw nieuwbouwproject hier gebruik van maken of zelf kansen bieden voor het aardgasvrij maken van een buurt.
- Energie besparen: onderzoek voor het gebouw of perceel hoe het energieverbruik verder omlaag kan. Maak de vraag naar ruimteverwarming kleiner. Kies een slimme indeling van het gebouw en kies voor verwarmen van de ruimte met een lagere temperatuur, bijvoorbeeld met vloerverwarming. Gebruik energiezuinige apparaten en verlichting.
- Oververhitting voorkomen: voorkom dat het te warm wordt in het gebouw. Gebruik bijvoorbeeld zonwering en een zeer zuinig koelsysteem.
- Ventileren: goede ventilatie is belangrijk voor een gezond binnenklimaat. Wij moedigen het gebruik van warmteterugwinning bij ventilatiesystemen aan.
- Ruimte reserveren voor installaties: houd ook rekening ruimte voor energie-installaties. En met ruimte die onder de grond nodig is, bijvoorbeeld voor bodemenergie en kabels en leidingen. Voor transformatorhuisjes gebruiken wij de regel ‘inpandig, tenzij’.
Bepaal de verwachte vraag naar warmte en koude
Maak een inschatting van de verwachte vraag naar warmte en koude. Vergelijk de vraag van het gebouw of het gebied met wat er plaatselijk mogelijk is (resultaten uit het onderzoek van stap 0).
Bepaal het warmte- en koudesysteem
Onderzoek eerst de mogelijkheden van bronnen die warmte en koude uit de directe omgeving halen. Denk aan zonnecollectoren, bodemwarmte, warmte uit water of lucht. Deze bronnen geven lage temperatuurwarmte af.
Onderzoek ook of het mogelijk is om warmte en koude over de seizoenen op te slaan. Ook kan het de moeite waard zijn om energie tussen gebouwen uit te wisselen.
Vergelijk alle mogelijkheden voor lokale warmte en koude. Doe dit op basis van opwekvermogen, duurzaamheid, ruimtebeslag, effecten op de omgevingskwaliteit en de totale eigenaarskosten (tco). Houd hierbij ook rekening met de mogelijkheid dat gebruiken of teruggeven van energie moeilijk is of niet kan.
Als het niet mogelijk is om warmte en koude uit de directe omgeving te halen, onderzoek dan of het mogelijk is om energie van ‘buiten’ te halen.
Gezamenlijke warmte-koudesystemen
- Bij grote projecten met meer dan ongeveer 150 woningen gebruiken we gemeenschappelijke warmte-koudesystemen. Deze systemen werken op basis van warmte-koudeopslag en bedienen meerdere huizen via 1 systeem.
- Bij projecten met meer dan ongeveer 1.500 woningen adviseren we de gemeenteraad om een Omgevingsplan warmtesysteem vast te stellen. Het stadsbestuur neemt dan de leiding bij het kiezen van een warmtebedrijf om een gemeenschappelijk warmtesysteem te bouwen.
- Bij projecten tussen ongeveer 150 en 1.500 woningen waarbij er een gemeentelijke grondexploitatie is, moedigen we ontwikkelaars aan om samen te werken aan een gezamenlijk warmtesysteem.
Op basis van de gebouwmaatregelen, functie van het gebouw en het warmte- en koudesysteem kunt u een inschatting maken van de verwachte elektriciteitsvraag. Wek zoveel mogelijk duurzame energie op om dit verbruik te compenseren. Wij gebruiken de volgende volgorde voor het opwekken van duurzame energie:
- Wek eerst zoveel mogelijk op de daken en gevels van het gebouw op.
- Kijk dan naar terreinen in bebouwd gebied in de directe omgeving die niet in gebruik zijn.
- Kijk tot slot naar investeren in nieuw duurzaam opwekvermogen in Utrecht (in landelijk gebied).
Het doel van het Utrechts Energie Protocol en de BENG- regelgeving is zorgen dat gebouwen zo weinig mogelijk energie verbruiken en zoveel mogelijk energie opwekken. Het gaat dan om het energieverbruik van gebouwen die in gebruik zijn. Niet om het energieverbruik tijdens de bouw- en sloopfase van gebouwen. Ook niet om het energieverbruik tijdens de productie van de materialen van het gebouw en de installaties.
Zet daarom tot slot de uitstoot van broeikasgassen tijdens de gebruiksfase tegenover de uitstoot van broeikasgassen tijdens de bouw- en sloopfase.
Vol stroomnet in Utrecht
De kans is heel groot dat het volle stroomnet ('netcongestie') voor vertraging en extra kosten voor uw ontwikkeling zorgt. We spreken van netcongestie als de vraag naar of het aanbod van elektriciteit groter is dan wat het stroomnet aankan. Daarom is het heel belangrijk al vroeg de gevolgen voor uw project in beeld te krijgen. U vindt de laatste stand van zaken op de website van Stedin.
Advies gemeente Utrecht
Wij adviseren ontwikkelende partijen om op tijd inzicht te krijgen in de verwachte stroomproductie en de elektriciteitsvraag (per uur in het jaar) en de netaansluiting die nodig is.
Elke situatie is maatwerk
Het is nodig om voor elke situatie de juiste inzichten in verwacht gebruik en opwek te bepalen. En om te kijken welke oplossingen haalbaar en kansrijk zijn. We verwachten echter niet dat er voor elk project op tijd een passende oplossing mogelijk is. Ook wordt de financiering van oplossingen een uitdaging.
Evaluatie en update van het protocol
Soms zijn er redenen om van het protocol af te wijken. Denk aan de verschillende afwegingen bij een bouwenvelop of Stedenbouwkundig Plan van Eisen (SPvE). We beoordelen het protocol eens in de zoveel tijd. Als het nodig is passen we het protocol aan. De laatste bijgewerkte versie is van zomer 2023 en houdt rekening met uitdagingen op het gebied van aardgasvrij wonen en een vol stroomnet.