Utrecht laat dode bomen vaker staan

Om mensen te informeren over de meerwaarde van dode bomen, worden er op verschillende locaties informatieborden geplaatst. Vandaag heeft wethouder Susanne Schilderman (Openbare Ruimte) het eerste bord onthuld in Voorveldse Polder. Wethouder Schilderman: “Utrecht heeft mooie bomen die honderden jaren oud kunnen worden. Ook als ze aan het einde van hun leven zijn, kunnen ze van grote waarde zijn voor de natuur van onze stad. Het klinkt misschien gek, maar dode bomen dragen bij aan de vergroening en biodiversiteit van de stad. Als we alles zouden opruimen, dan missen we kansen om allerlei dieren, schimmels en zwammen een plek te bieden. We zien bijvoorbeeld dat paddenstoelen het heel goed doen op dood hout. Zij breken het hout af en geven daarbij langzaam voedingsstoffen af aan de bodem. Dit zorgt voor een gezonde bodem waar nieuwe bomen en planten goed in kunnen groeien.”

Utrechters zullen dus vaker dode bomen tegenkomen in parken en groenstroken. Het zal gaan om zo'n twintig bomen per jaar. Niet alle dode bomen zijn geschikt om te laten staan. Als het nodig is, worden de takken verwijderd of wordt de boom kleiner gemaakt. De boom vangt dan weinig wind, waardoor hij veilig kan blijven staan. De gemeente inspecteert de staande dode bomen jaarlijks. De dode boom wordt ook vervangen voor een nieuw exemplaar, op een andere plek in de buurt.

Dode bomen zijn, op een hele andere manier dan levende bomen, geweldig voor insecten en schimmels. Talloze insecten en schimmels maken gebruik van het dode hout door het te eten, af te breken of er nesten in te maken. Vogels, zoals de grote bonte specht, eten weer de insecten die in de bomen leven. Veel soorten zijn afhankelijk van dood hout. Door hier ruimte voor te maken in de stad, breidt de gemeente het leefgebied van deze soorten uit.

Een zwavelzwam op een dode boom in park Voorveldse Polder