Opening Academisch Jaar Universiteit Utrecht

Toespraak burgemeester Sharon Dijksma

Domplein, Domkerk, 2 september 2024

Beste mensen,

Zojuist zag u in het filmpje ‘Mona’. Mona is niet haar echte naam, maar haar verhaal is waargebeurd. Deze mensenrechten- en milieuactivist kreeg in Utrecht tijdelijke opvang, omdat ze haar land moest ontvluchten. Dankzij Shelter City is Mona hier veilig.

Wat mij zo aan Mona’s verhaal raakt, is dat ze gewend was geraakt aan een leven lang bang zijn… Continu over je schouder moeten kijken... Pas in Nederland besefte Mona dat dit een abnormale situatie is.

Mona’s verhaal deed me denken aan de studentenprotesten, die dit jaar precies 35 jaar geleden in Peking plaatsvonden. Het was 1989, ik was net 18 en zag op het Journaal hoeveel geweld werd gebruikt tegen mijn leeftijdsgenoten. Ik vond dat echt heftige beelden.

Maar wat echt bij mij is blijven hangen, is het moment waarop een man opeens in beeld verschijnt. Zwaaiend met zijn boodschappentas een kolonne tanks tegenhoudt. Met ware doodsverachting de voorste tank opklautert en iets tegen de tankbestuurder zegt.

Niemand wist wie deze held was, maar hij kreeg al snel een naam. Tank Man. Vervolgens pakken omstanders – waarschijnlijk agenten in burger – Tank Man beet en voeren hem af. 35 jaar later weten we nog steeds niet wie Tank Man was, wat er met hem is gebeurd en of hij überhaupt nog leeft.

Wat ik wel weet, is dat dappere mensen als Tank Man en Mona symbool staan voor “Demonstreren en organisaties oprichten”, artikel 20 uit de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens. Alle dertig artikelen uit dit belangrijke handvest zijn mij even lief, voor alle dertig verworvenheden moeten we goed zorgen, maar ik zal u vertellen waarom ik uitgerekend artikel 20 koos.

In de eerste plaats vind ik demonstreren naast een fundamenteel recht, ook een mooi recht. Een recht waar je – samen of in je eentje, zoals Tank Man – een krachtige boodschap kan afgeven. Mag bijdragen aan verandering, vooruitgang en zelfs vrede. Toen ik – lang geleden – lid was van een politieke jongerenorganisatie, heb ik zelf ook geregeld gedemonstreerd. Vreedzaam, zeg ik er meteen bij…

De tweede reden is dat je als burgemeester vaak te maken hebt met demonstraties. En demonstraties, die brengen dilemma’s met zich mee. Want hoe zorg je als burgemeester dat een demonstratie veilig verloopt en tegelijkertijd de grondrechten van burgers – bijvoorbeeld het recht om te demonstreren, het befaamde artikel 20 – niet in het geding raken?

Je moet niet alleen rekening houden met demonstranten – en in toenemende mate tegendemonstranten – je moet ook zorgvuldig de belangen van bijvoorbeeld omstanders en aanwonenden wegen. De openbare orde en veiligheid handhaven. Als burgemeester sta je boven alle partijen, zonder partij te kiezen. Dus mag je de inhoud van een demonstratie niet laten meewegen met jouw oordeel over de demonstratie.

Dit onderdeel van het burgemeesterschap voelt soms als een koorddans-act. Al blijft één ding voor mij altijd glashelder: want of je nu sympathiseert met klimaatactivisten, begrip hebt voor studenten die universiteitsgebouwen bezetten of meeleeft met boeren die met hun tractoren een verkeersknooppunt blokkeren… Of bloedchagrijnig wordt als demonstranten jouw vrije zaterdagmiddag vergallen omdat je niet makkelijk naar de winkels kunt, ik hoop dat we het allemaal erover eens zijn dat mogen en kunnen demonstreren een grondrecht is.    

Je zelf op straat uit mogen spreken klinkt heel vanzelfsprekend. Een recht dat je Mona, Tank Man, iedereen op aarde gunt. Maar helaas hoor je steeds vaker stemmen om het demonstratierecht in te perken of zelfs – ik citeer – “het leger er maar op af moeten sturen”. Als ik dat lees, zie ik weer hoe Tank Man hardhandig wordt afgevoerd. Denk ik aan de bange momenten die ‘Mona’ heeft moeten doormaken. Het is een groeiend sentiment waar ik mij, als burgemeester en inwoner van deze mensenrechtenstad, best wel zorgen om maak.

Begin juli verscheen een rapport van Amnesty International. In die rapportage luidt Amnesty de noodklok over het demonstratierecht. Volgens het rapport wordt het demonstranten – ook in westerse, democratieën – steeds vaker lastig, zo niet onmogelijk gemaakt de straat op te gaan om vreedzaam te protesteren.

In onze open en vrije democratie is het demonstratierecht een groot goed, waar mensen een lange en bittere strijd voor hebben gestreden. Zonder demonstratierecht konden vrouwen nog steeds niet stemmen en stond ik hier vandaag waarschijnlijk niet als burgemeester voor u. Ik ben trots dat Utrecht als een van de eerste gemeenten het Demonstratiemanifest van Amnesty International heeft ondertekend. Want zonder het fundamentele recht om op straat een tegengeluid te laten horen, is er geen open, vrije, eerlijke en goed functionerende democratie mogelijk. Dit grondrecht moeten we dus koesteren en beschermen. En goed voor zorgen.

We zijn dus zeker geen voorstander van het inperken van het recht op demonstratie, maar dat betekent niet dat deze vrijheid onbegrensd is. Bij privileges horen immers ook plíchten:

Mijn plicht als burgemeester is ervoor te zorgen dat iedereen van dit mooie grondrecht gebruik kan blijven maken, dat ik geen partij kies en verantwoordelijk ben voor het handhaven van de openbare orde en veiligheid.

Dat demonstranten de openbare en orde en veiligheid niet in gevaar te brengen en tijdens demonstratie anderen aanzetten tot haat, discriminatie of geweld.

Dat wij ons ervan bewust zijn dat het demonstratierecht nooit een vrijbrief mag zijn om je wil aan anderen op te leggen. Dat is niet hoe het werkt in een democratie.

And last but not least – en die vind ik heel belangrijk – vraagt het demonstratierecht van ons het vermogen te reflecteren, verantwoording af te leggen wat we doen of hebben nagelaten. En daarin altijd navolgbaar te zijn.

Door samen spelregels te maken, je daaraan te houden, rekening te houden elkaars belangen, verantwoordelijkheid te durven nemen en verantwoording af te leggen, zorgen we goed voor het demonstratierecht. En zorgen we goed voor alle mensenrechten. Alleen zo laten we zien dat de Universele Verklaring voor de Rechten van de Mens niet alleen een historisch moment en een belangrijk document is, maar ook ons kompas naar ons effectiefste wapen om onze open, vrije en veilige wereld nu en in de toekomst te beschermen: medemenselijkheid. Voor die grondrechten zal ik als burgemeester van deze Stad van Mens en Recht, met alles wat ik in mij heb, vechten. En hopelijk wilt u die strijd samen met mij voeren.   

Beste mensen,

Ik begon mijn verhaal met Mona en Tank Man. Dappere mensen die laten zien dat protest, vreedzaam protest, een eerste stap kan zijn naar verandering, vooruitgang en zelfs vrede. Tegelijkertijd waarschuwen Mona en Tank Man ons dat het demonstratierecht, eigenlijk alle mensenrechten, kwetsbaar is. In onze snel veranderende wereld waarin niets meer zeker is, niets meer vanzelfsprekend lijkt te zijn en polarisatie voortdurend op de loer ligt, hebben we de plicht goed voor mensenrechten te zorgen.

Daarom vind ik het goed dat de Universiteit Utrecht niet alleen stilstaat bij 75 jaar Universele Verklaring van de Rechten van de Mens. Niet alleen een mijlpaal in de moderne geschiedenis herdenkt, maar actief aan mensenrechten blijft werken. Dat doet u door Utrecht in te gaan, iedereen actief bij mensenrechtenvraagstukken te betrekken en ook over moeilijke onderwerpen het goede gesprek te blijven voeren. Niet alleen onderzoeken, maar elkaar ook opzoeken en – ongeacht de inhoud – elkaar ruimte te geven.

Door goed voor onze mensenrechten te zorgen, zorgen we goed voor elkaar. Die goede zorg zijn we helden als Tank Man, Mona, iedereen die een vreedzame strijd voert voor betere wereld, verplicht. Het Academisch Jaar 2024-2025 gaat van start, ik wens u allemaal een mooi, productief en verbindend jaar toe.

Dank u wel.