Herdenking Februaristaking Utrecht
Toespraak burgemeester Sharon Dijksma
Werkspoorkwartier, 26 februari 2025
Geachte aanwezigen, beste mensen,
Vandaag staan wij samen stil bij de Februaristaking.
Het moment waarop arbeiders, onder aanvoering van communistische vakbondsleiders, in verzet kwamen tegen de Jodenvervolging van het naziregime.
Sinds 1995 legt het gemeentebestuur van Utrecht elk jaar een krans bij de herdenking in Amsterdam. Dat gebeurde na een motie van Ger Hoogenberg, inmiddels overleden. Meneer Hoogenberg was lid van de CPN, later GroenLinks, en woonde de herdenking meer dan 60 keer bij – ongetwijfeld was hij er vandaag ook graag bij geweest. Want 84 jaar na de staking is er nu deze bijeenkomst. Speciaal voor de arbeiders die hier het werk neerlegden.
Dat we hier staan, is te danken aan een kleine groep mensen, die zich heeft ingezet om deze geschiedenis blijvend onder de aandacht te brengen. Eén van hen is David Bosch, Raadslid voor UtrechtNu!, die voor deze herdenking heeft gepleit. In november 1944 pleegde zijn opa een bankoverval. Hij maakte tientallen miljoenen guldens buit, om zo nieuwe stakingen te bekostigen. Een spectaculair verhaal van Utrechtse moed.
Een ander is Ad van Liempt, ook aanwezig vandaag. Ik zal niet proberen het verhaal van de Utrechtse staking beter te vertellen dan u – ik kijk uit naar uw lezing.
Eén ding is zeker: de staking verdient veel meer dan die enkele zin in de geschiedenisboeken. De duizenden die hier en elders in de stad hun baan en hun leven op het spel zetten, uit solidariteit met de ander, die verdienen meer dan een simpel ‘ook in Utrecht’. Ook hier was er verontwaardiging over de onmenselijke daden van de nazi’s. Ook hier werd risico genomen, en moed en solidariteit getoond. Vandaag doen we recht aan die moed.
Hier, in het Werkspoorkwartier, maakten in de vorige eeuw duizenden arbeiders staal, en duizenden anderen maakten producten van dat staal – treinen en wagons, enorme bruggen, motoren voor het leger, vliegtuigonderdelen, ketels voor een chocoladefabriek…
Dit nieuwe gedenkteken is daar een treffend voorbeeld van – staal van werkspoor.
Ruud Kuijer maakte deze sculptuur van staal van de brug bij Vianen, de bekendste verkeersbrug van Nederland. Nu heb ik in mijn eigen werkkamer een miniatuur van de Dokwerker staan, die kleine, gedrongen man op die grote sokkel, die vastberaden opkijkt naar een dreiging die groter is dan hij zelf. Maar Ruud, met deze sculptuur heb je ook het verleden weten te vangen. Want er moest oorlogsgeweld, een vliegtuigbom, aan te pas komen om dit staal te buigen. En eigenlijk geldt dat ook voor de stakers.
Hun verzet begon met onvrede. Over gebrek en schaarste, maar vooral: verontwaardiging over de behandeling van hun medemens. En die verontwaardiging bereikte een kookpunt na de Razzia van Amsterdam. Moeilijk te begrijpen is dat niet – een enkele foto volstaat. Op die foto van het Daniël Meijerplein zie je ze zitten, die volkomen onschuldige Joodse mannen – 427 in totaal. Geknield naast elkaar, de handen in de lucht, terwijl een soldaat met een geweer hen inspecteert - het maakt je nu nog razend.
De stakingsleiders keken niet weg. En zij bogen ook niet. Op een pamflet schreven zij:
‘Hebt gij de macht en de kracht deze afschuwelijke terreur te verhinderen? Ja, die hebt gij!'. Een boodschap die vandaag misschien wel belangrijker is dan ooit.
De Februaristaking is een historische uiting van solidariteit. Want de razzia’s, de pesterijen en de discriminatie van de nazi’s troffen de vakbondsmensen niet. Toch voelden zij de verantwoordelijkheid om op te komen voor hun vrienden en collega’s, voor de ander, voor de onderliggende partij.
Heldenmoed, die ons nog steeds, 84 jaar later, kan inspireren om een vuist te maken tegen onrecht, discriminatie en racisme.
En ook toen overtuigde die moed anderen. Die vuist werd gemaakt. Door duizenden mannen en vrouwen, van verschillende politieke partijen. Het is goed om te weten dat die solidariteit ook in de stad Utrecht zit. Dat zie je hier boven, in het Museum van Zuilen. Je ziet daar hoe Utrechters elkaar hielpen tijdens de oorlog, in tijden van schaarste. Er was nauwelijks iets te koop, maar de fabrieksarbeiders maakten het zelf: speelgoed voor de kinderen, kommen en lepels, tabakssnijders, kacheltjes - of ze repareerden de spullen van een ander.
De nazi’s beëindigden de staking, maar pas ná dreigement en inzet van geweld, en bij het Merwedekanaal is ook geschoten. Maar die geest van solidariteit braken zij niet. Waarschijnlijker is dat het anderen juist inspireerde. Om verzet te plegen, om onderduikers in huis te nemen, of, zoals ik eerder noemde, een bankoverval te plegen.
Met deze sculptuur en het informatiebord heeft het verhaal van dit verzet hier een plek gekregen. Een eerbetoon aan de dappere Utrechtse arbeiders en hun onbreekbare solidariteit. En een herinnering dat we de plicht hebben om een vuist te maken tegen onrecht, racisme en discriminatie.
Dank u wel.